Klassieke logica

In de wiskundige logica wordt een logica klassiek genoemd, wanneer ze tweewaardig is en in die logica de wet van de uitgesloten derde geldt. Bovendien is gevolgtrekking in klassieke logica's monotoon. Over het algemeen worden alleen propositie- en predicatenlogica ertoe gerekend. Bijna alle wiskundeteksten zijn gebaseerd op klassieke logica's.

Voorbeelden van klassieke logica's zijn de klassieke propositie- en predicatenlogica, hoewel beide ook niet-klassieke interpretaties hebben, en Aristoteles' syllogistiek.

Aristoteles noemt twee principes (axioma's) voor de logica [1]:

Deze zijn volgens Aristoteles niet bewijsbaar.

Voorbeelden van logica's die niet klassiek zijn, zijn de intuïtionistische logica, de meerwaardige logica en de paraconsistente logica. Soms worden ook modale logica's tot de niet-klassieke logica's gerekend omdat ze niet waarheidsfunctioneel zijn; ze hebben namelijk ook operatoren die de mate van zekerheid, gevoelswaarden of andere modaliteiten aangeven.

  1. Aristoteles, Metafysica Gamma, 1005b19-23, 10012a25-29
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.