Joris-Karl Huysmans

Charles-Marie-Georges Huysmans (Parijs, 5 februari 1848 – aldaar, 12 mei 1907) was een Frans auteur.

Joris-Karl Huysmans
Algemene informatie
GeborenParijs, 5 februari 1848
OverledenParijs, 12 mei 1907
Werk
Periode19e eeuw
GenreRoman
StromingSymbolisme, fin de siècle
Bekende werkenÀ rebours, 1884
Là-bas, 1891
Dbnl-profiel
Lijst van Franstalige schrijvers
Portaal    Literatuur
Huysmans geschilderd door Jean-Louis Forain

Biografie

Huysmans werd geboren uit een Franse moeder en een Nederlandse vader; zijn grootvader was tekenleraar aan de Militaire Academie in Breda en stamde uit een Zuid-Nederlands geslacht van schilders. Om zijn Nederlandse afkomst te onderstrepen publiceerde de auteur onder de naam Joris-Karl Huysmans.

Na de vernederingen en de smart van zijn jeugd (gemarkeerd door het tweede huwelijk van zijn moeder met de protestantse zakenman Jules Og), ving hij een ambtenaarsloopbaan aan die dertig jaar zou duren.

Hij publiceerde in 1874 in eigen beheer de gedichtenbundel Le drageoir à épices. De heruitgave van het jaar daarop verscheen onder een gewijzigde titel, Le drageoir aux épices. Dankzij zijn artikel over L'Assommoir en een roman, Les Sœurs Vatard (1879), won hij Émile Zola voor zich. Hij leverde een bijdrage aan de bundel Les Soirées de Médan (1880), die het manifest wordt van de naturalistische literatuur. Zijn werken schetsen het beeld van een grijs, banaal en alledaags bestaan, zoals in En ménage (1881) en À vau-l'eau (1882), waarbij hij blijk geeft van pessimisme en van zijn weerzin voor een moderne, door "janhagel en zwakhoofdigen" bevolkte wereld.

In 1884 keerde hij Zola de rug toe met de publicatie van zijn roman À rebours (Tegen de keer). Dankzij Mario Praz' beroemde studie The romantic Agony is deze roman bekend geraakt als de bijbel van het decadentisme.

In 1891 publiceerde hij de satanische roman Là-bas (Uit de diepte), rond het historische personage Gilles de Rais. Een hoofdpersonage uit deze roman weerspiegelt eveneens Huysmans' persoonlijke evolutie; een satanische wording, waar occultisme en sensualiteit voorafgaan aan zijn bekering tot het christelijke geloof (La Cathédrale (1898) en L'Oblat, (1903)) waartoe esthetische overdenkingen hem brengen. Vanaf dan zouden alleen nog maar rooms-katholiek geïnspireerde werken verschijnen.

Onder zijn "katholieke" romans: L'Oblat, gebaseerd op zijn eigen toetreding als oblaat van de benedictijnen, en later Les foules de Lourdes (De menigten van Lourdes) over Maria en de wonderen in Lourdes, waar Huysmans indirect afrekent met Émile Zola en diens boek Lourdes (1894). Daarnaast herschreef hij in tijdschriftartikelen het leven van Lidwina van Schiedam. Dit leidde tot een heropleving van de verering van deze heilige. Als dank hiervoor heeft het Schiedamse gemeentebestuur een straat naar hem genoemd. Huysmans stierf als volledig ingetreden kloosterling in de pij van een benedictijner broeder aan de gevolgen van long- en botkanker, veroorzaakt door zijn jarenlange kettingroken.

Betekenis in de literatuur

Na met de naturalisten gebroken te hebben werd Huysmans een van de iconen van het symbolisme. In À rebours beschrijft hij een man die zich volledig afzondert van de wereld en zich enkel omringt met mooie voorwerpen. De neiging naar het kunstmatige van de held, Des Esseintes, is in wezen een streven naar het ideaal dat ook Huysmans zelf nastreeft. Met zijn werken verenigt Huysmans het symbolisme met het decadentisme en het estheticisme; hij mag zo met recht de 'afronding' van de 19e eeuw genoemd worden.

Het nastreven van dat ideaal zet zich om in zijn bekering tot het katholicisme, een intiem proces dat hij beschrijft in Gilles de Rais: een evolutie vanuit zijn eigen kunstzinnige demarche, gekenmerkt door een hang naar het vreemde, afwijkende en decadente (En route, 1895). Hij werd hierbij geïnspireerd door het talent van de impressionisten Edgar Degas, Claude Monet, Camille Pissarro en Odilon Redon, die hij in L'Art moderne (1883) had verdedigd. Men kan zich dan ook afvragen of zijn bekering wel oprecht was. Zijn roman La Cathédrale vormt in elk geval een keerpunt in zijn literaire productie en sindsdien staat hij ook in de canon van de Franse katholieke literatuur.

Bibliografie

  • Le Drageoir aux épices (1874)
  • Marthe (1877)
  • En ménage (1881)
  • À vau-l'eau (1882)
  • L'Art moderne (1883)
  • À rebours (1884)
  • En rade (1887)
  • Là-bas (1891)
  • En route (1895)
  • La Cathédrale (1898)
  • l'Oblat (1903)
  • Les Foules de Lourdes (1906)
  • Trois Églises et trois Primitifs (1908)

Nederlandse vertalingen

  • Marthe (vert. Patrick Vandenbempt en Rudi Horemans). Antwerpen: Dedalus, 1989.
  • Op drift (À vau-l’eau, vert. Wim Raven). Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1979.
  • Tegen de keer (À rebours, vert. Jan Siebelink). Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1977.
  • Uit de diepte (Là-bas, vert. Geerten Meijsing en Kees Snel). Amsterdam: de Arbeiderspers, 1990.
  • Lourdes en de massa (Les Foules de Lourdes, vert. Hèlène van Hoogstraten). Schoorl: Conserve, 1992.
  • Matthias Grünewald. Complete editie van zijn schilderijen (Trois primitifs) Zeist: W. de Haan, 1958.
  • In Holland (En Hollande, vert. Rosalien van Witsen) Amsterdam, Athenaeum - Polak & Van Gennep, 2001.
  • Verlaten (En rade, vert. Patrick Vandenbempt) Antwerpen, Dedalus, 1989
  • Voorkeuren (Certains, vert. Piet Meeuse) Amsterdam, Voetnoot, 2001
  • De pensionering van meneer Bougran (La Retraite de Monsieur Bougran, vert. Walter van der Star), De Wilde Tomaat, 2019
  • Aan de vrouw (En ménage, vert. Martin de Haan & Rokus Hofstede), Lebowski, 2019

Literatuur

  • André dU FRESNOIS Une étape de la conversion de Huysmans d'après des lettres inédites à Mme de C, 1912, Parijs, 1913.
  • Léon BLOY Sur la tombe de Huysmans, Parijs, 1913.
  • Henri Bachelin, J.-K. Huysmans: Du naturalisme littéraire au naturalisme mystique, Paris, Librairie académique Perrin, 1926.
  • Gustave VANWELKENHUYZEN, J.-K. Huysmans et la Belgique, Parijs, Mercure de France, 1935.
  • Lucien DESCAVES, Les Dernières Années de J.-K. Huysmans, Parijs, Albin Michel, 1941.
  • Robert BALDICK, La Vie de J.-K. Huysmans [The Life of J.-K. Huysmans, 1955], uit het Engels vertaald door Marcel Thomas, Parijs, Denoël, 1958.
  • Charles MAINGON, L’Univers artistique de J.-K. Huysmans, Parijs, Nizet, 1977.
  • Joris-Karl Huysmans: du naturalisme au satanisme et à Dieu, Parijs, Bibliothèque nationale, 1979, isbn 9782717714906.
  • Fernand BONNEURE, Joris-Karl Huysmans, in: Brugge Beschreven. Hoe een stad in teksten verschijnt, Brussel, Elsevier, 1984.
  • Alain VIRCONDELET, J.-K. Huysmans, Parijs, Plon, 1990.
  • Jean BORIE, Huysmans : Le Diable, le célibataire et Dieu, Parijs, Grasset, 1991
  • Marc SMEETS, Huysmans l'inchangé. Histoire d'une conversion, Amsterdam/New York, Rodopi, 2003.
  • Alain BUISINE, Huysmans à fleur de peau: Le Goût des Primitifs, Arras, Artois Presses Université, 2004.
  • Patrice LOCMANT, J.-K. Huysmans, le forçat de la vie, Parijs, Bartillat, 2007 (Prix Goncourt voor Biografie)
  • Gaël PRIGENT, Huysmans et la Bible, Parijs, Champion, 2008.
  • Jérôme SOLAL, Huysmans et l'homme de la fin, Caen, Minard, 2008.
  • Jean-Marie SEILLAN, Huysmans. Politique et religion, Parijs, Classiques Garnier, 2009.
  • Jérôme SOLAL, Huysmans avant Dieu, Parijs, Classiques Garnier, 2010.
  • Joanny BRICAUD, J.-K. Huysmans et le satanisme : d'après des documents inédits, Parijs, Hachette, 1913 en 2014.
  • Jérôme SOLAL, Huysmans avec Dieu, Parijs, Classiques Garnier, 2015
  • Dominique MILLET-GERARD, Le Tigre et le Chat gris. Vingt études sur Léon Bloy et Joris-Karl Huysmans, Parijs, Classiques Garnier, 2017.
Zie de categorie Joris-Karl Huysmans van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.