Joop Piller

Joseph (Joop) Piller (Amsterdam, 12 maart 1914 - Mallorca, 8 januari 1998) was een Nederlandse verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog. Piller, die van Joodse afkomst was, werkte samen met geheim agent Dick Kragt bij de opvang en terugkeer naar Engeland van neergestorte geallieerde piloten.

Joop Piller
Geboren12 maart 1914, Amsterdam, Nederland
Overleden8 januari 1998, Mallorca, Spanje
LandNederland
Ook bekend alsJoop van Amstel
Jaren actief1941-1945
Portaal    Tweede Wereldoorlog

Levensloop

Onderdak verleend aan Joodse vluchtelingen

Piller was geboren in een Joods gezin. In 1939 trouwde hij met de niet-Joodse Liesje Veldman (1911-1991). Voor de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog had hij al meerdere keren onderdak verleend aan Joodse vluchtelingen uit Duitsland, waaronder enkele communisten. Een van die vluchtelingen hielp hem in 1941 aan een vervalst persoonsbewijs. Begin 1942 vond er een arrestatiegolf plaats onder de mensen die eerder onderdak hadden verleend aan gevluchte Duitse communisten. Piller werd aangehouden, maar na een aantal dagen weer vrijgelaten omdat de SD-er die zijn zaak behandelde een "toegeeflijke bui" zou hebben gehad.

Onderduiker

Samen met zijn vrouw en dochtertje dook Piller vervolgens onder in een verlaten vakantiekamp van een vriend in Emst. Hij haalde zelf daarna meerdere Joodse kinderen uit Amsterdam die hij liet onderduiken in het vakantiekamp of onder bracht bij gezinnen. Via de verzetsman Jacobus van den Boogert kreeg hij bonkaarten.

Samenwerking met Dick Kragt

In de zomer van 1943 werd de geheim agent Dick Kragt bij Vaassen gedropt. Hij had het adres van Van den Boogert meegekregen als contactadres. Kragt landde in de tuin van een NSB-er. Hij slaagde erin te ontkomen en uiteindelijk het adres van Van den Boogert te bereiken. Daarbij verloor hij wel zijn zender. Van den Boogert was al druk met het verzorgen van tal van onderduikers. Daarom viel het besluit dat Piller Kragt zou gaan assisteren. Kragt had als opdracht meegekregen om een vluchtlijn voor neergestorte geallieerde piloten op te zetten.

Doordat Kragt zijn zender had verloren was het niet mogelijk om de gegevens van geallieerde piloten in Engeland te verifiëren. Dat was nodig omdat de Duitsers soms ook verraders er op uit stuurden die zich voordeden als piloten en zodoende de hele vluchtlijn konden oprollen. Uiteindelijk kwamen Kragt en Piller in contact met een andere geheim agent Garrelt van Borssum Buisman. Tot dienst arrestatie in februari 1944 kon er van zijn zender gebruik worden gemaakt. Kort daarna kreeg Kragt de beschikking over een eigen zender.

Van den Boogert was intussen in oktober 1943 aangehouden. Kragt en Piller verlieten Emst overhaast en vonden onderdak in Barneveld. Via een postbode en een betrouwbare politieman hadden Kragt en Piller de beschikking over vijftig adressen, vooral in de omgeving van Kootwijkerbroek, waar tijdelijk piloten konden worden ondergebracht. De piloten bereikten hen weer met name via de kanalen van de LO. Kragt zette in Maastricht de groep-De Vrij op. Langs deze lijn werden minstens honderdtwintig piloten naar België afgevoerd.

Operatie Pegasus III

Na de voor de geallieerden verloren Slag om Arnhem in september 1944 waren er in de regio veel Britse parachutisten achtergebleven. Kragt en Piller speelden een sleutelrol bij Operatie Pegasus II in november 1944. Tijdens deze operatie wilde het verzet een groot aantal Britse militairen en neergestorte piloten dwars door de Duitse linies heen smokkelen richting bevrijd gebied. Samen met onder andere de geheim agent Abraham du Bois waren Kragt en Piller verantwoordelijk voor het verzamelen van de geallieerde militairen. Piller nam zelf niet deel aan de crossing en dat was maar goed ook, aangezien een groot aantal van de deelnemers door de Duitsers werd gepakt. Slechts een handjevol bereikte de overkant van de Rijn.

Bevrijding

Piller ontsnapte in april 1945 via de Biesbosch naar bevrijd gebied. Hij werd naar Engeland overgebracht om daar te helpen bij de verbetering van de ontsnappingsorganisatie. Hij kon weinig meer bijdragen, omdat de oorlog in Europa bijna ten einde liep. Onder zijn schuilnaam Joop van Amstel keerde hij als kapitein bij de Canadese Field Security met de bevrijdingstroepen mee terug naar Nederland. Hij maakte vervolgens de overstap naar het Militair Gezag en zette het Bureau Bestrijding Vermogensvlucht op. Samen met enkele anderen maakte hij jacht op zwarthandelaren en fraudeurs.

Ontmaskering meestervervalser Han van Meegeren

Daarna werd Piller opgenomen in de staf van prins Bernhard. Met instemming van minister van Financiën Piet Lieftinck haalde hij uit Duitsland 64.000 spindoppen terug die de Duitsers bij de AKU in Arnhem hadden geroofd en tientallen miljoen andere geroofde oorlogsbuit. De meest opzienbarende actie was de arrestatie van kunstschilder Han van Meegeren. Van Meegeren bekende een groot aantal schilderijen te hebben gemaakt die onder andere aan Johannes Vermeer werden toegeschreven. Sommige van die schilderijen waren voor veel geld aan nazi-kopstukken verkocht.

Na-oorlogse jaren

Na de oorlog hield Piller zich bezig met de productie van damesconfectie en verdiende daarmee een fortuin.

Persoonlijk

Samen met zijn vrouw kreeg Piller vier kinderen, waarbij de jongste maar als baby overleed. Van de Amerikaanse regering ontving Piller de Medal of Freedom (met gouden palm), terwijl de Britten hem onderscheiden met de Orde van het Britse Rijk. Van de Nederlandse regering kreeg hij het Bronzen Kruis en het Oorlogsherinneringskruis.

Vader Coenraad (1877-1943), moeder Rebecca (1891-1943) en zijn halfzus Judith (1900-1943) en haar man verloren allemaal het leven in de Poolse concentratiekampen.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.