Johannes Linschoten

Johannes Linschoten (Utrecht, 21 september 1925 - Utrecht, 17 maart 1964) was een Nederlands psycholoog. Linschoten studeerde psychologie in Utrecht van 1946-1949, waar hij op 16 september 1957 tot hoogleraar werd benoemd. Zijn leeropdracht was Algemene en Theoretische Psychologie. Kort daarvoor, in 1956, was zijn proefschrift verschenen dat gewijd was aan binoculair zien van diepte. Promotor daarbij was prof. F.J.J. Buytendijk

Johannes Linschoten
Johannes Linschoten
Algemene informatie
GeborenUtrecht, 21 September 1925
OverledenUtrecht, 17 Maart 1964
NationaliteitNederlands
Beroephoogleraar sinds 1957
Bekend vanOnderzoek naar Perceptie
Portaal    psychologie

Fenomenologie en objectieve wetenschap

Linschoten maakte aanvankelijk, evenals de psycholoog dr. Ben J. Kouwer, deel uit van de zogeheten Utrechtse School, een informele benaming van een richting in de psychologie en psychiatrie in Utrecht die sterk door de fenomenologie was beïnvloed. Belangrijke vertegenwoordigers hiervan waren respectievelijk prof. F.J.J. Buytendijk en prof. H.C. Rümke. De fenomenologisch psychologen waren sterk gekant tegen de positivistische psychologie[1], die huns inziens het unieke aspect van de menselijke persoonlijkheid buiten beschouwing liet. Linschoten, die Buitendijk na diens emeritaat in 1957 opvolgde, nam echter evenals Kouwer snel afstand van de fenomenologische aanpak in de psychologie. Ook uit het objectiverende karakter van zijn proefschrift was al gebleken dat hij zich steeds meer profileerde als een typische aanhanger van de functieleer of experimentele psychologie.

Idolen

In latere jaren ontwikkelde hij zich tot een vurig pleitbezorger van de waardevrije empirisch-analytische psychologie, gericht op kwantitatieve analyse. Vooral in zijn postuum verschenen, beroemde boek Idolen van de psycholoog maakte Linschoten zich sterk voor de objectieve psychologie. Het boek was geënt op een serie colleges die Linschoten tussen 1959 en 1964 in Utrecht had gehouden. Doel van het boek was demonstratie van idolen, dat wil zeggen de vooroordelen en stilzwijgend gepasseerde vooronderstellingen, en van hun invloed op het wetenschappelijk denken. Met name opvattingen of intuïties over het menselijk gedrag die ontleend waren aan de sensus communis, of gezond verstand, moesten volgens Linschoten door de wetenschappelijke psychologie aan kritisch onderzoek worden onderworpen. Een citaat uit dit boek: Als de psycholoog wetenschap wil beoefenen, dient hij zich daar naar te gedragen. De regels van het spel in acht nemen. Meten en registreren. Alledaagse opvattingen met het grootste wantrouwen bekijken. De mensbeelden die ons in wijsgerige en religieuze tradities worden aangereikt, worden tot idolen wanneer de wetenschappelijke onderzoeker ze onkritisch aanvaardt en zijn theorieën op bouwt.

Bibliografie

  • Ben J. Kouwer & J. Linschoten - Inleiding tot de Psychologie. Assen, Born, 1951 (13 drukken)
  • J.H. van den Berg & J. Linschoten (red). - Persoon en wereld. Bijdragen tot de phaenomenologische psychologie. Utrecht, Erven Bijleveld, 1953 (5 drukken)
  • J. Linschoten - Strukturanalyse der binokulären Tiefenwahrnehmung. Eine experimentelle Untersuchung. Proefschrift. Groningen, Wolters, 1956
  • J. Linschoten - Psychische moeilijkheden. Een vraagbaak bij het hulp zoeken voor kinderen met psychische stoornissen en voor geestelijk gezonde kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden. Haarlem, De Toorts, 1956 (2 drukken; een Duitse vertaling verscheen in 1970)
  • J. Linschoten - "A gentle force". Beschouwingen over het associatiebegrip. Inaugurele rede. Groningen, Wolters, 1957
  • J. Linschoten - Op weg naar een fenomenologische psychologie. De psychologie van William James. Utrecht, Erven Bijleveld, 1959. Een Duitse vertaling verscheen in 1961
  • J. Linschoten - De la Court's frekwentietelling van Nederlandse woorden. Utrecht, Rijksuniversiteit, 1963
  • J. Linschoten - Idolen van de psycholoog. Utrecht, Bijleveld, 1964 (3 drukken)
  • René van Hezewijk & Henderikus J. Stam - 'Idols of the Psychologist Johannes Linschoten and the Demise of the Phenomenological Psychology in the Netherlands'. History of Psychology, 2008, deel 11, 185-207
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.