Jan van der Hoeve

Jan van der Hoeve (Santpoort, 13 april 1878Leiden, 26 april 1952) was een Nederlandse oogarts, die onder andere bekend is geworden vanwege de introductie van het begrip 'facomatose'.

Jan van der Hoeve
Persoonlijke gegevens
Geboortedatum13 april 1878
GeboorteplaatsSantpoort
Overlijdensdatum26 april 1952
OverlijdensplaatsLeiden
Nationaliteit Nederland
Werkzaamheden
VakgebiedOogheelkunde
UniversiteitGroningen, Leiden
Soort hoogleraargewoon hoogleraar
Portaal    Onderwijs

Biografie

Van der Hoeve studeerde in 1901 af als arts aan de Universiteit Leiden en promoveerde een jaar later aan de universiteit van Bern met een dissertatie over behandelmethoden bij scheelzien. Hij werd in 1913 hoogleraar in de oogheelkunde aan de universiteit van Groningen[1] en stapte in 1919 over naar de universiteit van Leiden. Op 18 mei 1923 werd hij lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). In 1927 bewerkstelligde hij de heroprichting van het internationaal congres voor oogheelkunde, dat vanwege de Eerste Wereldoorlog had opgehouden te bestaan. Hij werd hiervan voorzitter. Hij richtte met enkele collega's de 'Algemeene Nederlandsche Vereeniging tot voorkoming van Blindheid' op en werd daarvan voorzitter.

In 1926 werd hij benoemd tot onder-voorzitter en in 1931 tot voorzitter van de KNAW; een functie die hij 16 jaar heeft bekleed. Eveneens in 1926 ontving hij een eredoctoraat aan de universiteit van Heidelberg en in 1928 aan de universiteit van Edinburgh.

In 1948 werd hij, bij zijn aftreden als hoogleraar, benoemd tot grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau.

Voorganger:
Anne Siberdinus de Blécourt
Rector magnificus van de Universiteit Leiden
1936-1937
Opvolger:
Ton Barge
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.