Jan Simon van der Aa

Jan Simon van der Aa (Hornhuizen, 25 juli 1865 - Lausanne, 24 februari 1944) was een Nederlands jurist, hoogleraar en hoofdambtenaar bij het ministerie van Justitie. Hij heeft bijgedragen aan het tot stand komen van onder meer de kinderwetten van 1901.

Portret van Jan Simon van der Aa (Maris, 1927)

In 1906 werd hij benoemd tot hoogleraar in de wijsbegeerte van het recht, het strafrecht en de strafvordering aan de Rijksuniversiteit Groningen. De titel van zijn inaugurele rede, gehouden 20 oktober 1906, luidt De arbeid als element van de vrijheidsstraf.[1] In 1912 werd het onderwijs in de wijsbegeerte van het recht overgedragen aan Isaac Bennie Cohen. Van der Aa hield zijn afscheidsrede op 16 oktober 1926.[2]

De studentenvereniging voor strafrecht en criminologie aan de Rijksuniversiteit Groningen is vernoemd naar Simon van der Aa.[3]

Voorganger:
Cornelis van Wisselingh
Rector magnificus van de Rijksuniversiteit Groningen
1917–1918
Opvolger:
Johan Frans van Bemmelen
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.