Jan De Meulemeester

De Meulemeester liep school op het Sint-Jozefsinstituut in Ternat. Hij studeerde in 2003 af als historicus aan de Katholieke Universiteit Leuven, waar hij specialiseerde in de Vlaamse Beweging en de Belgische staatshervormingen. Nadien volgde hij een postgraduaat journalistiek aan de Brusselse hogeschool VLEKHO. Hij begon nadien meteen als redacteur bij de krant Het Nieuwsblad.

In 2015 werd hij verkozen als bestuurslid van de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) voor de periode 2015-2019.[1]

De Meulemeester was aan de KULeuven vicepraeses en cultuurpraeses van Historia, de vereniging van Leuvense geschiedenisstudenten. Hij was ook lid van verscheidene politieke jongerenpartijen.

De Meulemeester werkte aan de KULeuven aan studies rond staatshervorming en culturele identiteit. Hij deed dat met als promotor Bart De Wever.

In 2005 werd hij bij VRT Nieuws onderzoeker van het Canvas-duidingsmagazine Terzake. Hij werkte als redacteur mee aan de debatprogramma’s Morgen Beter, Phara en de verkiezingsshows van Canvas. In 2007 werd De Meulemeester reportagemaker voor Terzake. Sinds 2010 was hij ook politiek verslaggever voor dat programma.

In 2013 stapte De Meulemeester over naar Medialaan om er vast Wetstraatverslaggever te worden voor VTM Nieuws. Zijn komst kaderde in een vernieuwing van VTM Nieuws, waarbij meer aandacht moest gaan naar de politieke actualiteit. Daartoe presenteerde hij voor VTM ook tijdlang een wekelijks online debatprogramma, genaamd De Meulemeester in Debat. In juli 2019 verliet hij de omroep. [2]

Sinds zijn vertrek bij VTM, werkt De Meulemeester bij diverse media. Hij maakt politieke video-reportages en analyses voor Knack, werkt als politiek analist bij Kanaal Z, is Wetstraatwatcher voor de Franstalige nieuwszender LN24. In het najaar van 2019 ging hij ook aan de slag als presentator bij vlaamsparlement.tv.

Hij werkt ook regelmatig voor uitgeverij Doorbraak en is gastprofessor aan de universiteit, de Antwerpse campus van de KULeuven.

De Meulemeester schrijft politieke analyses voor de website van het tijdschrift Knack.[3]