James Mill

James Mill (Northwater Bridge, 6 april 177323 juni 1836) was een Schots historicus, econoom, politicus en filosoof. Hij was de vader van de invloedrijke filosoof John Stuart Mill.

Portret van James Mill

Leven

Mill is geboren in Northwater Bridge, (Logie-Pert), Schotland, als zoon van James Mill, een schoenmaker. Zijn moeder Isabel Fenton, van een gegoede familie die te lijden had onder hun connectie met de Stuarts (Jacobieten), zorgde ervoor dat hij een goede scholing kreeg. Hij bleef tot zijn 17de en een half jaar in de Montrose Academie. Daarna volgde de University of Edinburgh als leerplaats, waar hij Grieks studeerde. Hij studeerde af in 1798.

Van 1790 tot 1802 gaf hij slechts af en toe les waardoor hij zich ook bezighield met geschiedenis en filosofie te studeren. Wegens de kleine kans om een baan te vinden in Schotland verhuisde hij naar Londen in 1802. Dit was samen met Sir John Stuart die toen lid van het parlement was.

Hij hield zich meer op literair vlak bezig en was van 1803 tot 1806 redacteur van Literary Journal, een tijdschrift met samenvattingen en inzichten over de laatste belangrijke ontwikkelingen over menselijke kennis. In diezelfde periode was hij ook editor van de St James's Chronicle van dezelfde uitgeverij. Hij schreef in 1804 een pamflet over wansituaties in de export en handel van granen (Graanwetten). Ook vertaalde en becommentarieerde hij het werk van CF Villers over de Reformatie.

Hij trouwde in 1805 met Harriet Burrow, wiens moeder een instituut voor mensen met geestelijke beperkingen in Hoxton open hield.

Hij kocht een huis in Pentonville, waar zijn oudste zoon John Stuart Mill in 1806 ter wereld kwam. Op het einde van dat jaar begon hij aan zijn groot werk History of India. Het kostte hem 12 jaar om dit af te werken.

In 1808 leerde hij Jeremy Bentham kennen die jarenlang een goede vriend en medewerker bleef. Hij gebruikte Benthams principes in de zijne en stak veel energie in het verspreiden van deze principes.

Hij schreef tussen 1806 en 1818 verschillende artikels in onder andere Anti-Jacobin Review, de British Review de The Eclectic Review maar geen van deze werden teruggevonden.

In 1808 schreef hij ook in The Edinburgh Review en dit tot 1813, waar zijn eerst bekende artikel "Money and Exchangs" was. Hij schreef ook artikels over Latijns-Amerika, China, persvrijheid alsook twee teruggevonden artikels in "Review of Fox's History", over Bethams werk.

In 1811 werkte hij samen met chemicus William Allen (1770-1843) in het tijdschrift de Philanthropist.

Hij was kritisch lag ook mee aan de basis van de oprichting van de University of London in 1825.

In 1814 schreef hij een aantal artikels over utilitarisme voor de 5de editie van de Encyclopædia Britannica. De belangrijkste artikels zijn deze over Regeren, gevangenissen en rechtspraak.

De History of India werd in 1818 gepubliceerd en was onmiddellijk een groot succes. Hierdoor kreeg hij een plaats aangeboden als vertegenwoordiger van het Indische huis. Na verloop van tijd klom hij op tot afdelingshoofd in 1830

Ondertussen hield hij zich bezig met de economische Classical Ricardian School op poten te zetten.

Ook hij moedigde David Ricardo aan om zijn werk over treatise on value and distribution (1817), alsook om zich kandidaat te stellen voor het parlement. In 1821 hielp Mill mee aan de oprichting van de Political Economy Club in Londen, waar vooral Ricardian economen en Benthamite aanhangers in zaten. Na de dood van Ricardo en James Mill werden John Ramsey McCulloch en Thomas de Quincey de opperpriesters in Ricardian economics.

James Mills Elements of Political Economy, (1821) was al snel de leidraad voor aanhangers van Ricardo's werk.

Van 1824 to 1826 werkte hij nog voor Westminster Review. In 1829 verscheen de Analysis of the Phenomena of the Human Mind.

In de jaren 1831 tot 1833 was hij voornamelijk bezig met de belangen van de Oost-Indische Compagnie te verdedigen. Hij werd voorzitter van het directieteam.

In 1934 schreef hij dan voor de London Review (gesticht door Sir William Molesworth) een noemenswaardig artikel met als titel "The Church and its Reform". Hierin was hij heel sceptisch en beschade het imago van het tijdschrift.

Zijn laatste boek Fragment on Mackintosh verscheen in 1835.

Intellectuele nalatenschap

Mill schreef verschillende stukken over de Griekse taal, Latijn, geschiedenis, politiek denken, filosofie en ethiek.

Hij had een groot intellect en kon klaar en duidelijk schrijven. Hij streefde naar redelijkheid en zijn werk is getypeerd door de opbouw en de legacy van Bentham.

Hij staafde vele sociale onderwerpen met degelijke principes.

Zijn werk History of India en de kennis dat hij 17 jaar lang door zijn job verbonden was met India, veranderde de betrekkingen tussen India en het Verenigd Koninkrijk. Het is wel merkwaardig dat hij zelf nooit India heeft bezocht, waardoor hij zijn volledige werk aan de hand van documenten (archieven) opstelde.

Daarnaast speelde hij ook een grote rol in de Britse politiek en was de oprichter van filosofische radicaliteit. Zijn schrijven over diverse politieke en levensopvattingen had een grote invloed op de liberale politici van die tijd. De inzichten over gelijkheid en mensenrechten zijn hierdoor veranderd.

Met zijn Analysis of the Mind en Fragment on Mackintosh verzekerde hij ook een plaats in de geschiedenis van de filosofie. Hij bracht de associatie (nog steeds gebruikt in pedagogie) aan in de analyse van emotionele toestanden zoals affectie en moreel besef.

Somerville College Library, de bibliotheek van Somerville College (Oxford) bevat zijn en zijn zoons collectie van circa 1700 boeken (de zogenoemde John Stuart Mill Library).

Belangrijkste werken van James Mill

Elements of political economy, 1826
Alexander Bain, James Mill. A biography, 1882
  • An Essay on the Impolicy of a Bounty on the Exportation of Grain, 1804.
  • "Lord Lauderdale on Public Wealth", 1804, Literary Journal
  • Commerce Defended, 1808.
  • Thomas Smith on Money and Exchange, 1808.
  • History of British India, 6 vols., 1817
  • "Government", 1820, Encycl. Britannica
  • Elements of Political Economy, 1821
  • "Liberty of the Press", 1823
  • Essays on Government, Jurisprudence, Liberty of the Press, Education, and Prisons and Prison Discipline, 1823.
  • An Analysis of the Phenomena of the Human Mind, 2 vols., 1829
  • Essay on the Ballot and Fragment on Mackintosh, 1830.
  • "Whether Political Economy is Useful", 1836
  • The Principles of Toleration, 1837.

Andere bronnen

  • Sir Leslie Stephen, The English Utilitarians, vol. ii. (1900), en een artikel in Dictionary of National Biography
  • A. Bain, "The Early Life of James Mill", in Mind, Vol. 1, No. 1 (Januari 1876).
  • A. Bain, James Mill (1882)
  • G. S. Bower, Hartley en James Mill (1881)
  • J. S. Mill, Autobiography (1873)
  • John Morley in Fortnightly Review, xxxvii. (1882)
  • Graham Wallas, The Life of Francis Place (1898).
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.