Jacob Leyssens

Hij was een leerling van Peter Ykens in 1674. Hij trok onmiddellijk na de voltooiing van zijn leer naar Rome waar hij vanaf 1680 vermeld wordt.[1] Hij werd er in 1680 op negentienjarige leeftijd lid van de Bentvueghels, een vereniging van voornamelijk Nederlandse en Vlaamse kunstenaars actief in Rome, onder de bijnaam (de zogenaamde bentnaam) Notenkraker.[2] Hij was waarschijnlijk een van de jongste Bentvueghels.[3]

De moeilijke financiële situatie van zijn vader bracht hem er toe naar Antwerpen terug te keren.[4] Hij werd in 1698 bij het Antwerpse Sint-Lucasgilde geregistreerd als "wijnmeester" (een titel gereserveerd voor de zonen van de leden van het gilde), wat er op duidt dat zijn vader op dat ogenblik nog lid was van het gilde. Hij was actief in Antwerpen als schilder in de periode 1698-1710.[1] Hij verzorgde de decoratie van vele zalen en zolderingen in voorname huizen en gebouwen in samenwerking met andere schilders zoals Jan Baptist Bosschaert en Gaspar Peeter Verbruggen de Jonge, die de bloemen en andere bijkomende zaken schilderden.[4]

Hij was bedreven in het schilderen van vruchtenstillevens.[1] In zijn De levensbeschryvingen van Nederlandsche konstschilders en konstschilderessen (1729-1769) verwijst de Nederlandse biograaf Jacob Campo Weyerman naar Jacob Leyssens als een historieschilder hetgeen er op duidt dat hij ook in dit genre schilderde.[5] Verscheiden werken van zijn hand zijn overgeleverd en worden bewaard in onder meer het Hermitage in Sint-Petersburg.[3]