Jacob Christiaan Koningsberger
Jacob Christiaan Koningsberger (Hazerswoude, 17 januari 1867 – 's-Gravenhage, 19 maart 1951) was een Nederlands leraar, minister en politicus.
Jacob Christiaan Koningsberger
| ||||
|
Familie
Hij was lid van een in het Nederland's Patriciaat opgenomen familie en werd geboren als zoon van de Nederlands-hervormde predikant ds. Victor Jacob Koningsberger (1840-1923) en diens tweede vrouw Josina Cornelia Tieleman (1844-1929). Hij trouwde in 1894 Manuella Ursule Mariana Hellendoorn (1865-1899) en in 1902 Bertha Rosina Margaretha Lang (1874-1962). Zijn tweede vrouw was lid van de uitvoerende commissie Nationaal Comité tot huldiging van Hare Majesteit de Koningin-Moeder en was Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Zijn oudste zoon was hoogleraar plantkunde prof. dr. Victor Jacob Koningsberger (1895-1966), vader van prof. dr. Victor Valentijn Koningsberger (1925-1970), hoogleraar biofysische scheikunde.[1] Een tweede zoon, Jacob Christiaan Koningsberger (1896-1956), was een bekend predikant te Amsterdam (1925-1956). Tijdens de Politionele acties was hij werkzaam als aalmoezenier voor de Nederlandse militairen in het toenmalige Nederlands-Indië.
Loopbaan
Koningsberger was minister van het ministerie van Koloniën in het intermezzokabinet-De Geer. Kort na zijn promotie tot doctor in de wis- en natuurkunde vertrok hij naar Nederlands-Indië, waar hij verschillende posities op natuurwetenschappelijk gebied bekleedde. Verder was hij van 1911 tot in 1917 directeur van de 's Lands Plantentuin te Buitenzorg en later voorzitter van de Volksraad. Hij zorgde er als minister voor dat inheemse leden de meerderheid kregen in de Volksraad.
Onderscheidingen
- Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw
- Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau
Bronnen, noten en/of referenties
|
Voorganger: Ch.J.I.M. Welter |
Minister van Koloniën 1926-1929 |
Opvolger: S. de Graaff |
Zie de categorie Jacob Christiaan Koningsberger van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |