Interstedelijk Studenten Overleg

Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) behartigt evenals de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) de belangen van studenten in het Nederlandse hoger onderwijs.

Interstedelijk Studenten Overleg
Geschiedenis
Opgericht1973
Structuur
Plaats Utrecht
Aantal leden35 (aspirant-)lidorganisaties
Media
Websitehttp://www.iso.nl

Het ISO is de grootste overkoepelende studentenorganisatie van Nederland en behartigt de algemene belangen van studenten aan universiteiten en hogescholen. Het ISO is vaste gesprekspartner van onder andere het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de politieke partijen en de koepels van universiteiten (VSNU) en hogescholen (Vereniging Hogescholen).

Het ISO is in 1973 opgericht door studenten uit universiteitsraden van verschillende instellingen. Onder deze studenten bestond de behoefte informatie en ervaringen uit te wisselen om op die manier hun positie op de eigen instelling te kunnen versterken. De letters ISO stonden in 1973 voor Interuniversitair Studenten Overleg. Sinds 1995 vertegenwoordigt het ISO ook hbo-studenten en is de naam gewijzigd in Interstedelijk Studenten Overleg.

Samen met de bestuursleden van de LSVb hebben ISO-bestuursleden zitting in de Studentenkamer, een regelmatig overleg met de Minister van Onderwijs om te praten over studentenbelangen.

Geschiedenis

Het ISO is opgericht in 1973. Oorspronkelijk startte het ISO als landelijke koepel voor een vijftal universiteitsraadsfracties uit verschillende steden in Nederland. Duidelijk bleek dat er behoefte bestond aan landelijke vertegenwoordiging van studentenbelangen. Met name waar het de contacten met de politiek betrof. Elke studentenstad heeft meestal een aantal universiteitsraadsfracties en een studentenbond. Vanuit deze studentenfracties en -bonden ontstond de behoefte om bepaalde kwesties met collega-studentbestuurders te bespreken uit andere steden. Om aan deze behoefte gevolg te geven werd het ISO in het leven geroepen. Het ISO breidde zich vervolgens snel uit en vertegenwoordigde tot 1995 studenten vanuit heel universitair Nederland.

Uitbreiding naar hbo

In 1995 veranderde het ISO haar naam van Interuniversitair Studenten Overleg in Interstedelijk Studenten Overleg. Het ISO had met deze naamsverandering een heel duidelijk doel voor ogen: ook de hbo-studenten in Nederland zouden landelijk vertegenwoordigd moeten worden. Inmiddels heeft het ISO ook een groot aantal hbo-lidorganisaties.

Daarnaast werkt het ISO nauw samen met landelijke studentenorganisaties zoals de Landelijke Kamer van Verenigingen, Studenten Sport Nederland, AIESEC, Integrand, UniPartners en Erasmus Student Network. Momenteel is het ISO een nog steeds groeiende organisatie. Elk jaar melden zich nieuwe organisaties voor lidmaatschap of samenwerking.

Achterban

De leden van het ISO zijn lidorganisaties die op lokaal niveau de belangen van studenten aan hun universiteit of hogeschool behartigen. Vaak zijn deze lidorganisaties vertegenwoordigd in de universiteitsraad of centrale medezeggenschapsraad (CMR) van hun instelling. Gezamenlijk vormen de lidorganisaties de Algemene Vergadering (AV) van het ISO. De AV is het hoogste orgaan van het ISO. Alle lidorganisaties hebben hier stemrecht en bepalen gezamenlijk het beleid van het ISO.

Convenantpartners

Het ISO heeft naast lidorganisaties zes convenantpartners, om het studentleven zo breed mogelijk te kunnen vertegenwoordigen. De Landelijke Kamer van Verenigingen, Studentensport Nederland, Integrand, UniPartners, AIESEC en Erasmus Student Network zijn de convenantpartners van het ISO.

Ook kent het ISO een aantal commissies. Vijf keer per jaar komen leden van het ISO naar deze commissievergaderingen. De Commissie Hoger Onderwijs is de ‘denktank’ van het ISO. Hierin discussiëren diverse actieve studenten over actuele zaken in het hoger onderwijsveld en bereiden hiermee de standpunten van het ISO voor.

Zie de categorie Interstedelijk Studenten Overleg van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.