Hemidactylus garnotii

Hemidactylus garnotii is een hagedis die behoort tot de gekko's en de familie Gekkonidae.[1] De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door André Marie Constant Duméril en Gabriel Bibron in 1836. Oorspronkelijk werd de naam Hemidactylus Garnotii gebruikt. Later werd de hagedis ingedeeld bij verschillende geslachten, zoals Hoplopodion, Doryura, Nycteridium, en Lepidodactylus.

Hemidactylus garnotii
IUCN-status: Niet geëvalueerd
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Lacertilia (Hagedissen)
Infraorde:Gekkota (Gekko's)
Familie:Gekkonidae
Geslacht:Hemidactylus
Soort
Hemidactylus garnotii
Duméril & Bibron, 1836
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Hemidactylus garnotii op Wikispecies
Portaal    Biologie
Herpetologie

Uiterlijke kenmerken

De gekko wordt tot 13 centimeter lang en heeft een lange staart, een dun lichaam en een spitse kop. De relatief grote ogen hebben een oranje rand. De staart heeft aan weerszijden kleine, kartelige bobbeltjes. De kleur is bruin met op de rug vaak kleine, lichtere of juist donkere vlekjes, de buik is wit tot grijs. De buik is geel, en de soort is te herkennen aan de oranje onderzijde van de staart, die veel gelijkende soorten niet hebben. De hechtskussentjes of lamellae zijn groot en de staartbasis heeft lichtere vlekjes die op ongeveer de helft van de staart overgaan in een bandering, maar veel exemplaren in het veld hebben de staartpunt verloren. Net als alle huisgekko's is de staart fragiel en laat makkelijk los (autotomie).

Algemeen

Hemidactylus garnotii komt voor in zuidoostelijk Azië inclusief Indonesië en de Filipijnen maar ook in het zuidoostelijke deel van de Verenigde Staten waar de soort is uitgezet.[2]
De gekko leeft bij voorkeur op muren, in bomen en op andere plekken met veel schuilplaatsen. Het is een nachtactieve soort die zich overdag verstopt om tijdens de schemering actief te worden. Op het menu staan kleinere insecten zoals kevers en krekels. De gekko schuwt de mens niet en wordt onder andere aangetroffen in telefoonpalen, hekken, elektrohuisjes en andere objecten waar hij zich in kan verschuilen. Het type landschap maakt deze soort niet veel uit; de gekko gedijt overal en in de Verenigde Staten is deze soort een exoot die een andere exoot en verwante Hemidactylus- soort verdrijft; de tjitjak (Hemidactylus frenatus).

Voortplanting

De gekko plant zich maagdelijk voort; er zijn namelijk geen mannetjes bekend. Er zijn in het verleden weleens mannetjes beschreven, maar deze bleken toch vrouwtjes te zijn of waren mannetjes van een andere soort.[3]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.