Honig Breet

Honig Breet is een voormalig bedrijf in het Noord-Hollandse dorp Zaandijk dat zich bezighield met de papierfabricage. Daartoe had het een aantal papiermolens in bedrijf. Het woonhuis van het voormalige familiebedrijf is tegenwoordig een museum.

Het bedrijf

Een van de eerste papierfabrikeurs was Cornelis Jacobsz. Honig (1683-1755). Samen met zijn broer Jan Jacobsz. Honig (1688-1757) produceerden zij papier uit lompen onder de merknaam: C. & J. Honig. In 1709 werd molen De Veenboer gekocht. In 1738 splitsten de broers het bedrijf. Cornelis ging verder met De Veenboer en doordat zijn zoon Jacob Cornelisz. Honig in het bedrijf kwam kon onder dezelfde merknaam verder worden geproduceerd. In 1755 nam Jacob het bedrijf over. Hij bleef echter ongehuwd en toen hij stierf in 1770 werd het bedrijf overgenomen door zijn neven Arent Breet en Cornelis Breet. Dezen kochten ook de molens De Veenboer en Het Herderskind. De firma ging nu Honig Breet heten.

Arend en Cornelis Breet overleden in respectievelijk 1802 en 1805. De zonen van Cornelis waren Claas en Jacob Cornelisz. Breet (opnieuw C. & J.) en deze namen de molens over.

In 1847 werden de zaken voortgezet door zoon Cornelis Claasz. Breet en de neven Cornelis Jacobsz. Breet en Jan Jacobsz. Breet. De papierfabricage met papiermolens liep echter op haar einde. Cornelis Jacobsz. Breet overleed in 1852; Cornelis Jacobsz. Breet overleed in 1869 en Jan Jacobsz. Breet ging nu alleen verder doch besloot in 1879 om ermee te stoppen. Dit leidde ertoe dat de vaste timmerman van de firma zich verhing in de molen, omdat hij de werkloosheid vreesde. Deze vrees was echter ongegrond want De Veenboer zou worden verbouwd tot pelmolen.

Het museum

Cornelis Jacobsz. Honig liet in 1710 een huis aan de Lagedijk 80 te Zaandijk bouwen. Dit huis werd sindsdien bewoond door leden van de families Honig en Breet. Zo bewoonde ook Jacob Cornelisz. Breet (1778-1847) het huis aan de Lagedijk. In 1830 liet hij de Zaankamer bouwen in neoclassicistische stijl. Van hieruit kan men over de Zaan uitkijken. Deze kamer is sindsdien vrijwel onveranderd gebleven.

De Tuinkamer in rococostijl is gebouwd in opdracht van Cornelis Jacobsz. Honig in 1765. Breet liet er in 1830 geschilderde behangsels aanbrengen, en daarom heet deze kamer ook de Behangselkamer. Het behang is vervaardigd door de Amsterdamse behangselschilder Willem Uppink (1767-1849). Deze kamer is de één van laatste die op deze wijze is gedecoreerd. In 2006 is dit behang gerestaureerd.

De Salon lag op de eerste verdieping waar ook de meid haar kamertje had. Hier werden grotere bijeenkomsten gehouden. Een van de andere vertrekjes is ingericht als een kantoortje.

Het huis heeft als Zaanlandsche Oudheidkamer vanaf 1940 onderdak geboden aan de oudheidkundige verzameling van Jacob Jansz. Honig Jr. Hij bezat een grote collectie prenten, boeken en voorwerpen met betrekking tot de Zaanse geschiedenis. Later ging deze collectie Zaans Historisch Museum heten. Bij de opening van het Zaans Museum in 1999 dreigde de collectie in haar geheel naar het nieuwe Zaans Museum te verdwijnen. Het huis, dat gemeente-eigendom is, zou gesloten en verkocht worden. Dit werd voorkomen en tegenwoordig is het huis onder de naam Honig Breethuis een museum, ingericht als bewoond huis uit omstreeks 1830.

De Veenboer

De papiermolen De Veenboer werd gebouwd in 1665 te Zaandijk. In 1709 werd hij gekocht door de firma Honig Breet. Nadat deze firma in 1879 werd opgeheven heeft de molen nog een tijd als pelmolen dienstgedaan. Later werd hij verplaatst naar Gemert, waar hij als korenmolen De Bijenkorf nog steeds fungeert. Op de baard staan twee bijenkorven afgebeeld die herinneren aan de familie Honig.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.