Hen (kip)

Een hen is een vrouwelijke kip; het mannetje heet een haan en het jong heet een kuiken. Zowel wat betreft uiterlijk als gedrag verschillen hennen wezenlijk van hanen. In het normale spraakgebruik echter staat het woord kip eveneens voor slechts de vrouwelijke exemplaren, dus hen. De term hen wordt ook gebruikt bij anders vrouwelijke hoendervogels.

Uiterlijk

Qua uiterlijk zijn hennen minder opvallend dan de haan. Ze missen de sierveren, de sporen en hun kam. Hennen hebben kleinere oorlellen en kinlellen. Ook zijn ze kleiner en lichter dan hanen.

Leggen

Wanneer hennen 4 tot 5 maanden oud zijn, kunnen ze eieren leggen. Het maximaal aantal eieren dat een hen kan leggen is gelijk aan het aantal eicellen dat bij de geboorte in de eierstok zit. De hen heeft, in tegenstelling tot de meeste dieren, één werkende eierstok - de linker - die is gelegen in de lichaamsholte vlak bij de ruggengraat. Wanneer de hen voor de eerste keer een ei moet leggen, worden kam en lellen wat roder van kleur. Vaak gaat de hen geluiden maken die doen denken aan binnensmonds mompelen.

Na het eerste legseizoen gaat de hen in de rui. Daarna begint het tweede legseizoen. In dit seizoen legt de hen minder eieren dan in het eerste. In het tweede seizoen is de gemiddelde massa van een ei wel groter, wat met zich meebrengt dat het totale gewicht aan gelegde eieren ongeveer constant blijft. De hen legt in het tweede seizoen dus wat grotere eieren. Na het tweede seizoen gaat de hen weer in de rui. Na ongeveer 4 jaar gaat het aantal gelegde eieren achteruit en krijgt het een meer sporadisch karakter.

De eierproductie is afhankelijk van het aantal uren licht per dag. Omdat in de winter de dagen korter zijn, zal de eierproductie dan wat omlaag gaan. Met behulp van kunstmatige verlichting kan de eierproductie in deze periode opgevoerd worden. De hen is dan sneller door haar eicellen heen en zal dus een kortere periode van haar leven eieren kunnen leggen.

Eieren hoeven niet bevrucht te zijn om gelegd te worden. Het aantal eieren dat per week gelegd wordt is afhankelijk van het ras, de gezondheid van de hen en de voeding, maar in principe kan iedere 25 uur een ei gelegd worden. Doorgaans leggen hennen de eerste 1,5 jaar goed en wordt het daarna minder.

Broeden

Een broedende kip op eieren

Het kan voorkomen dat een hen broeds wordt. Niet alle hennen worden broeds, maar als het gebeurt, vindt het doorgaans plaats in het voorjaar. De kip trekt zich dan terug op de plaats waar zij de eieren heeft gelegd en broedt ze uit. Dit duurt gemiddeld 21 dagen. Gedurende deze periode eet en drinkt de kip niet veel.

Tijdens de broedperiode stopt de hen met het leggen van eieren. Een broedse kip maakt typische geluiden (het z.g. klokken) en verlaat het nest zelden om te drinken, eten of een stofbad te nemen. Ze houdt de eieren op een constante temperatuur van rond de 38°C (een kip heeft een lichaamstemperatuur van 41°C) en keert de eieren elke vijf minuten om. Zo koekt het embryo in het ei vanbinnen niet aan de eischaal.

Als er geen eieren uitkomen, verlaat de broedse kip het nest meestal na verloop van tijd. Er zijn echter ook incidentele gevallen bekend waarbij de kip zich letterlijk doodbroedde.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.