Guillaume Landré
Guillaume Landré (Den Haag, 24 februari 1905 - Amsterdam, 6 november 1968) was een Nederlands componist.
![](../I/m/Guillaume_Landr%C3%A9.jpg)
Opleiding
Landré kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn vader Willem Landré, die muziekcriticus en componist was en van Henri Zagwijn. Via dirigent Evert Cornelis kwam Landré in aanraking met alle belangrijke stromingen in de nieuwe muziek van dat moment. Landré stuurde rechten in Utrecht, maar nam daarnaast compositielessen bij Willem Pijper.
Activiteiten
Van 1930 tot 1947 was hij docent in de staatswetenschappen aan de 2e Openbare Handelsschool in Amsterdam, gevolgd door een functie als secretaris van de Raad voor de Kunst tot 1958. Landré vervulde daarnaast een groot aantal bestuursfuncties: hij was voorzitter van het Genootschap van Nederlandse Componisten, vicevoorzitter van de International Society for Contemporary Music, en bestuursfuncties bij Donemus, het Concertgebouworkest en de Nederlandse Operastichting. Tot slot was hij een belangrijk figuur in de (inter)nationale auteursrechtorganisatie.
Composities
![](../I/m/Guillaume_Landre_viert_40-jarig_jubileum_als_componist_Guillaume_Landre_aan_de_p%2C_Bestanddeelnr_910-8783.jpg)
Een overzicht van zijn bekendste werken:
Opera en werken voor koor en orkest
- De Snoek, komische opera
- Piae memoriae pro patria mortuorum, voor koor en orkest
- Jean Lévècq opera in één akte
- La symphonie pastorale, opera naar de novelle van André Gide
- 4 symfonieën (waaronder Kamersymphonie en Sinfonia sacra in memoriam patris)
- een aantal stukken met variaties voor orkest: Caleidoscopio, Permutazioni sinfoniche, Anagrammen en Variazioni senza tema
- soloconcerten: celloconcert, sinfonietta voor viool en orkest, symphonische muziek voor fluit en orkest, klarinetconcert en concertante voor contrabasklarinet en orkest
- 4 strijkkwartetten
- Sextet voor fluit, klarinet en strijkkwartet
- 2 blaaskwintetten
Prijzen en onderscheidingen
Landré werd in 1955 de Van der Leeuwprijs toegekend voor zijn Kamersymphonie (1952). Hij kreeg de Visser Neerlandiaprijs in 1961 voor Permutazioni sinfoniche. In 1964 ontving hij de Sweelinck Prijs (de grote staatsprijs voor muziek) voor zijn gehele oeuvre.