Grauwzustersklooster (Velzeke)

Het Grauwzustersklooster of het klooster van de Grauwzusters-Penitenten is een klooster in Velzeke-Ruddershove, een deelgemeente van de Belgische stad Zottegem. Het werd gesticht in 1344 door burggraaf de Melun en aan de grauwzusters toevertrouwd. Het klooster bouwde voort op een 13e-eeuwse instelling van de commanderij van Pitzemburg[1]. Het was oorspronkelijk een godshuis voor behoeftige reizigers dat nadien werd omgevormd tot hospitaal. Ook het oude hospitaal in Zottegem hing van het klooster af. Na de godsdiensttroebelen in de zestiende eeuw werd het klooster opnieuw gesticht in 1585 door Filips van Egmont, de oudste zoon van Lamoraal van Egmont. Vanaf 1598 werd het ook een onderwijsinstelling en sinds 1810 is het een instituut voor geesteszieken. Er woedde brand in 1604, 1639 en 1728. De nieuwe kapel werd opgericht in 1741. Sinds 1775 staat er een orgel van Giliam Davit; het orgel was aanvankelijk gebouwd voor de kerk van Hemiksem (1715-1720) maar werd naar Velzeke overgeplaatst door Pieter Van Peteghem [2]. De oude kloostergang gaat terug tot het vierde kwart van de 17de eeuw en tot de eerste helft van de 18de eeuw. De gelijkvloerse verdieping en de kapel zijn sinds 1979 als monument beschermd. In 2020 verlieten de laatste Grauwzusters het klooster, na het onverwachte overlijden van generale-overste Moeder Catharina. Op 10 februari 2020 namen enkele zusters van de congregatie ‘Dienaressen van de Heer en van de Maagd van Matara’ hun intrek in klooster. Het betreft een contemplatieve en een actieve tak.[3]