Gerrit van Wijhe
Gerrit van Wijhe (Utrecht, 3 april 1908 - Driebergen, 27 juni 1999) was 30 jaar actief als Oefenmeester van de KNVB, kortweg trainer of coach. Hij was de 7e officiële trainer sinds de KNVB in 1933 gestart was met examens voor het diploma oefenmeester[1]. Tevens was hij een van de eerste trainers in het betaald voetbal in Nederland. Als trainer won hij met Alkmaar '54 (tegenwoordig AZ) de eerste profvoetbalwedstrijd in Nederland tegen Sportclub Venlo op 14 augustus 1954 met 3 - 0 voor 13.000 toeschouwers[2].
Hij werd in Utrecht geboren als zoon van Gerrit van Wijhe, medewerker bij de Nederlandse Spoorwegen en Teuntje de Ruijter. In 1921 begon hij als voetballer bij Hercules[3] in Utrecht. In de periode 1927 – 1936 stond hij in het 1e elftal van Hercules en speelde als linksback onder andere met de broers Daaf en Wout Buitenweg en Jan Gielens (alle drie internationals). Hij stond bekend om z'n verre ingooi tot bij de eerste doelpaal en z'n voor die tijd revolutionaire inswingende corner vanaf de rechterkant[4].
Loopbaan als voetbaltrainer
In 1931 slaagde hij voor de KNVBcursus "voetballeider". Op 9 juni 1936 ontving hij z’n getuigschrift als Oefenmeester van de KNVB, en begon het seizoen 1936-1937 direct als betaald trainer bij Vitesse in Arnhem. Volgens een interview met hem in het Utrechts Nieuwsblad[5] had een hoogtepunt in zijn trainersloopbaan kunnen zijn de finale om het afdelingskampioenschap met WVV Wageningen op 29 april 1951 tegen DWS in de Kuip in Rotterdam, maar Wageningen verloor na een ongelukkig doelpunt met 0-1, waardoor ze waren uitgeschakeld voor de strijd om het landskampioenschap[6][7].
Hij behoorde tot de generatie trainers met een gecombineerde functie:
- Voetbaltechnisch: training (2 à 4 avonden per week; overdag hadden de spelers nog een gewone baan, zelfs in de begintijd van het betaald voetbal) en ‘s zondags de competitiewedstrijd: opstelling, tactiek en peptalk.
- Fysiotherapeutisch: op het veld en in de kleedkamer als verzorger, incl. sportmassage en pedicure, voor welke laatste vaardigheden hij ook gediplomeerd was. Tijdens de wedstrijd had hij een grote tas bij zich met alles daarin: een rubberen zakje met water en spons waarmee hij het veld op liep om een geblesseerde speler op te lappen, kauwgom, veters, tosjes voor onder de schoenen, jodium, wondspray en verband[5].
Hieronder een tabel met de voetbalverenigingen en periodes, waarvoor hij een KNVB-licentie als trainer had.
Voetbalvereniging | Plaats | Periode |
---|---|---|
Vitesse | Arnhem | 1936-1938 |
SML-Spatram (nu SML) | Arnhem | Zomer 1937 |
UC&VV Hercules (nu USV Hercules) | Utrecht | 1938-1940 |
HVV (nu Koninklijke HCVV) | Den Haag | 1940-1943 |
FAK (nu FC De Bilt) | De Bilt | Zomer 1941 |
SV Wassenaar | Wassenaar | 1941-1942 |
Elinkwijk | Utrecht | 1943-1944 |
Velox | Utrecht | 1946-1947 |
VC Vlissingen | Vlissingen | Zomer 1948 |
WVV Wageningen | Wageningen | 1948-1951 |
Theole | Tiel | 1951-1953 |
ADO | Den Haag | 1953-1954 |
Alkmaar '54 (nu AZ) | Alkmaar | 1954-1958 |
Alkmaar '54 (nu AZ) | Alkmaar | 1965-1966 |
Bronnen, noten en/of referenties
|