Georges Chastellain

Georges Chastellain (Aalst, omstreeks 1405 of 1415 - Valenciennes, 13 februari of 20 maart 1475) was een Bourgondisch diplomaat, kroniekschrijver en dichter. Hij schreef in het Frans. De kronieken van Chastellain werden geprezen vanwege de precieze beschrijvingen die ze bevatten. Als dichter maakte hij deel uit van de Grand Rhétoriqueurs.

Leven en werk

Over de jeugdjaren van Chastellain is weinig bekend. Volgens zijn epitaaf zou hij geboren zijn omstreeks 1405, maar dit wordt door verscheidene historici in twijfel getrokken. In ieder geval was hij nog een escolier (scholier) in 1430 waardoor zijn geboortejaar eerder omstreeks 1415 te situeren is. Zijn ouders zijn waarschijnlijk Jehan Chastellain en Maria van Massemen die in 1425 en 1432 genoteerd stonden in documenten van de stad Aalst.

Chastellain studeerde te Leuven en trad daarna, omstreeks 1433, in dienst van het leger van Filips de Goede, hertog van Bourgondië. Hij nam deel aan de oorlog tussen Frankrijk en Bourgondië en werd in 1434 schildknaap van de hertog. Na de Vrede van Atrecht in 1435 verliet hij het leger en begon te reizen.

Hij bracht het grootste gedeelte van zijn tijd door in Frankrijk, was als diplomaat in dienst van Georges de la Trémoille en werd in 1444 secretaris van Pierre de Brézé, seneschalk van Poitou. In 1446 keerde Chastellain terug naar het hof van Filips de Goede. Hij kreeg er diplomatieke opdrachten en reisde veel in opdracht van de hertog.

Op 25 juni 1455 werd Chastellain benoemd tot officiële kroniekschrijver van het hertogdom Bourgondië. Hij kreeg bij die gelegenheid de titel Chroniqueur de Monseigneur. Zijn kronieken Chroniques des choses de ce temps, die de jaren 1419 tot 1475 omvatten, zijn voor een aanzienlijk deel verloren gegaan. De fragmenten die overgeleverd werden, worden geprezen vanwege de precieze beschrijvingen, de onpartijdigheid en het historisch en psychologisch inzicht van de schrijver. Daarnaast was Chastellain ook dichter. Zijn talrijke gedichten, waaronder L'oultré d'amour, Miroir de la Mort en Le dit de vérité, zijn kenmerkend voor de in die tijd heersende hofpoëzie. Ze zijn meestal politiek, godsdienstig, moraliserend of polemiserend van aard. Chastellain maakte deel uit van de literaire stroming van de Grand Rhétoriqueurs die actief waren in Vlaanderen, Noord-Frankrijk en het hertogdom Bourgondië.

In januari 1457 werd Chastellain benoemd tot hertogelijk raadsman. In 1463 vestigde hij zich definitief in Valenciennes en werd Jean Molinet aangesteld als assistent-kroniekschrijver. Na de dood van Filips de Goede in 1467 behield Chastellain zijn bevoorrechte positie aan het hof onder de nieuwe hertog Karel de Stoute. Deze verhief hem op 2 mei 1473 tot ridder van de Orde van het Gulden Vlies en benoemde hem tot indicaire of verslaggever van de orde.

Chastellain stierf in 1475; op 13 februari volgens de documenten van de stad Valenciennes of op 20 maart volgens zijn epitaaf. Molinet volgde hem op als officiële kroniekschrijver van het hertogdom Bourgondië.

Zijn oeuvre werd tussen 1863 en 1866 in acht delen gepubliceerd door Joseph Kervyn de Lettenhove onder de titel L'Œuvre de Georges Chastellain.

Literatuur

  • (fr) Eugénie DROZ en Claude DALBANNE, Le Miroir de Mort de George Chastellain, in: Gutenberg-Jahrbuch, 1928, pp. 89-92.
  • Marcel Augustijn NAUWELAERTS, Georges Chastellain, in: Flandria Nostra, deel III, 1959.
  • (fr) Estelle DOUDET, Poétique de George Chastelain (1415-1475). Un cristal mucié en un coffre, 2005.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.