George van Palts-Simmern

George was een jongere zoon van vorst Johan II van Palts-Simmern en Beatrix van Baden, dochter van markgraaf Christoffel I van Baden.

Als jongere zoon was hij voorbestemd voor een geestelijke loopbaan en al op achtjarige leeftijd kreeg hij zijn eerste prebende. Later zouden nog vele prebendes volgen, maar in 1539 moest hij al zijn prebendes opgeven toen hij zich bekeerde tot het lutheranisme. Dit betekende dan ook het einde van zijn geestelijke loopbaan.

Op 9 januari 1541 huwde George met Elisabeth van Hessen (1503-1563), een dochter van landgraaf Willem I van Hessen die vijftien jaar ouder dan George was en de weduwe van vorst Lodewijk II van Palts-Zweibrücken was. Ze kregen een zoon Johan (1541-1562), die reeds op twintigjarige leeftijd stierf. Met zijn gezin leefde hij enige tijd in het kasteel van Birkenfeld en hij zou ook in militaire dienst getreden zijn onder koning Filips II van Spanje. Nadat zijn oudere broer Frederik III in 1559 keurvorst van de Palts was geworden, volgde George hem op als vorst van Palts-Simmern.

Na het overlijden van zijn echtgenote ging George een morganatisch huwelijk aan met zijn maîtresse Elisabeth Heyger, die na het huwelijk onder de naam Elisabeth von Rosenfeld geadeld werd. Ze kregen twee zonen: Adam en George, die in 1566 via een keizerlijk adeldiploma als heren van Ravensburg in de rijksadelstand verheven werden.

In mei 1569 stierf George op 51-jarige leeftijd, waarna hij werd begraven in de Stephanskerk van Simmern. Omdat hij geen wettige mannelijke nakomelingen had, werd hij opgevolgd door zijn jongere broer Richard.