George Willem Belgicus van Nassau-Weilburg
George Willem Belgicus van Nassau-Weilburg (Den Haag, 18 december 1760[1] - Paleis Honselaarsdijk, 27 mei 1762),[2] was de oudste zoon van vorst Karel Christiaan van Nassau-Weilburg en prinses Carolina van Oranje-Nassau,[3][4][5] dochter van prins Willem IV van Oranje-Nassau en prinses Anna van Hannover.[3][4][5][6][7]
George Willem Belgicus was vanaf zijn geboorte erfprins van het vorstendom Nassau-Weilburg. Hij werd op 13 januari 1761 gedoopt in de Grote Kerk te Den Haag.[8] Omdat hij mogelijk erfgenaam van het erfstadhouderschap in de Republiek was, werd hij gereformeerd gedoopt.[9] De Staten-Generaal aanvaarden het peterschap, gaven hun petekind de naam Belgicus en schonken hem als pillegift een lijfpensioen van 4 duysent gulden 's jaars in een gouden doos ter waarde van 4000 silveren ducaten.[9] Hij overleed toen hij nog geen anderhalf jaar oud was. Zijn stoffelijk overschot werd op 1 juli 1762 bijgezet in de Grafkelder van Oranje-Nassau in de Nieuwe Kerk te Delft.[10]
Stamboom George Willem Belgicus van Nassau-Weilburg (1760-1762) | ||
---|---|---|
Grootouders |
Karel August van Nassau-Weilburg (1685-1753)
|
Willem IV van Oranje-Nassau (1711-1751)
|
Ouders |
Karel Christiaan van Nassau-Weilburg (1735-1788)
| |
George Willem Belgicus van Nassau-Weilburg (1760-1762) | ||
Kinderen |
Geen |
Bronnen, noten en/of referenties
Voetnoten
|