Georg Markgraf

Georg Markgraf (Liebstadt, 20 september 1610 - Loeanda, 1644) was een jonge Duits wetenschapper met kennis van cartografie, botanie, zoölogie, astronomie en meteorologie. Tussen 1638 en 1644 werkte hij voor Johan Maurits in Nederlands-Brazilië. Markgraf schreef acht boeken, waarvan drie over de flora, en een over het weer in Nederlands-Brazilië. Markgraf stichtte in Recife (1638 of 1640) het eerste sterrenkundig observatorium van Zuid-Amerika om een zonsverduistering te observeren.

Historia Naturalis Brasiliae, uitgave Johannes de Laet geschreven door Willem Piso en Georg Marggraf 1648

Biografie

Markgraf (ook Marcgraf, Margravius of Marggraf) werd geboren ten oosten van Dresden, in een gebied dat bekendstaat als de Sächsische Schweiz. Zijn vader (1584-1636) was schoolmeester, rector en organist; zijn moeder was de dochter van een dominee. In 1627 begon hij met zijn studie aan een waslijst met Duitse universiteiten en in 1636 kwam hij naar Leiden om zijn opleiding in o.a. wiskunde en medicijnen aan te vullen met botanie en astronomie. Markgraf kon goed rekenen, tekenen, en overweg met logaritmes. Hij is bij iemand opgevallen, maar de verdere gang van zaken is nogal onduidelijk. Omdat de West Indische Compagnie later ontkende dat Markgraf bij hen in dienst was, wordt vermoed dat hij meeging op voorspraak van Johannes de Laet of als assistent van Willem Piso.

Tussen 1638 en 1643 maakte hij deel uit van een groep van ca 64 wetenschappers, illustratoren, dominees en tuin- en timmerlieden, die door Johan Maurits graaf van Nassau naar Nederlands Brazilië zijn meegenomen om een moderne residentie te creëren.[1] Als onderzoeker maakte Markgraf deel uit van verschillende expedities naar het binnenland; de eerste was naar Ceará.[2] Als illustrator was hij een collega van de landschapschilder Frans Post en de stillevenschilder Albert Eckhout (die eerder waren aangekomen) met als opdracht de natuur en cultuur vast te leggen.

Werken

  • Markgraf maakte ongeveer twee jaar lang aantekeningen over het weer, verzamelde systematisch gegevens over de Braziliaanse flora en fauna, en de Marcgraviaceae zijn naar hem genoemd.
  • Willem Piso maakte in zijn Historia Naturalis Brasiliae, een boek over tropengeneeskunde, gebruik van het werk van Markgraf, die was overleden. De versleutelde aantekeningen werden voor publicatie geschikt gemaakt door Johannes de Laet.[3][4]
  • Markgraf was de auteur van de gedetailleerde kaarten die deel uitmaken van het oeuvre van Caspar Barlaeus “Rerum per octenium in Brasilia et alibi nuper gestarum, sub Praefectura Illustrissimi Comitis I. Mavritii Nassoviae”, van 1647.[5] De beroemde Joan Blaeu heeft in 1643 of 1647 een wandkaart uitgegeven onder de titel “Brasilia qua parte paret Belgis”, gebaseerd op Marcgraf, met de tot dan toe meest gedetailleerde beschrijving van de Braziliaanse kusten tot 80 km landinwaarts.[6]

Laatste jaren

Rond 1643/1644 werd hij door de West-Indische Compagnie naar Angola gezonden en overleed kort na aankomst aan gele koorts. Christian Markgraf, zijn jongere broer, verzamelde zijn geschriften en publiceerde een eerste biografie. Over de laatste drie jaar van zijn broer wist hij nauwelijks iets te achterhalen.[7]

Markgraf had niets gepubliceerd en over zijn dood wordt gespeculeerd, vanwege de onderling jaloezie en nauwe samenwerking. Dat kan de reden zijn geweest dat Markgraf zijn observaties in geheimschrift noteerde, zodat plagiaat lastig zou zijn.[8] Johannes de Laet slaagde erin het geheimschrift te ontcijferen en publiceerde zijn aantekeningen over Braziliaanse vogels in 1648, waaronder de in Zuid-Amerika veel voorkomende Bigua-aalscholver. De Laet voegde er een appendix aan toe over de Indianen.[9]

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Georg Marggraf op Wikimedia Commons.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.