Gemaal Zeeburg

Het Gemaal Zeeburg is een gemaal dat water uit het Lozingskanaal, deel van de stadsboezem in Amsterdam, omhoog pompt naar een Voorboezem, vanwaar het naar het IJmeer wordt gespuid, via een onderleider, de zogenaamde Syphonsluis, onder het Amsterdam-Rijnkanaal door.

Gemaal Zeeburg
Gebouw
PlaatsAmsterdam-Oost
Coördinaten52° 22 NB, 4° 57 OL
LocatieZeeburgerdijk
Monumentstatusgemeentelijk monument
EigenaarWaterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV)
Gemaal
Functieboezemgemaal
BuitenwaterIJmeer (via syphonsluis)
BinnenwaterLozingskanaal (stadsboezem)
Capaciteit3.600 m3/minuut
Aandrijvingelektrisch

Opvoerwerktuighorizontale schroefpompen
WaterschapAmstel, Gooi en Vecht

Het Gemaal Zeeburg ligt naast de Zeeburgerdijk in Amsterdam-Oost. Het is gebouwd om de grachten door te spoelen. Doorspoelen was vroeger nodig om het water schoon te houden. Dit gebeurde tot 2010 een paar keer per week. Daarnaast loost het gemaal regenwater op het IJmeer. In perioden van droogte via dit gemaal water worden ingelaten vanuit het IJmeer.

Gemaal

Het eerste stoomgemaal op deze plek werd gebouwd in 1879. Rond 1892 werd wegens de aanleg van het Merwedekanaal de syphonsluis aangelegd. Dit deel van het Merwedekanaal is sinds 1952 een deel van het Amsterdam-Rijnkanaal. In 1912 werd overgeschakeld op elektrisch aangedreven schepraderen.

Het huidige gebouw en machinerieën dateren uit 1943 en zijn voorzien van horizontale schroefpompen. In februari 1940 werd er door het Rijk en de gemeente Amsterdam gesproken over vernieuwing van gemaal. Er werd geschat dat er drie à vier pompen nodig waren; er werden er in 1943 drie geplaatst met elke een vermogen van 800 m³ (een vierde van 1200 m³ volgde pas in 1965). De totale kosten (inclusief afbraak bestaand gemaal en nieuwbouw) werden geschat op 1.100.000 gulden.[1]

Gebouw

Het gebouw werd ontworpen door Dienst der Publieke Werken, waar toen Jan Leupen en Cornelis van der Wilk werkzaam waren. De bemoeienissen van Leupen zijn terug te vinden in de uiterlijke gelijkenis van het gebouw met de vleugel van het Amstelstation. Het gebouw is opgetrokken rond een betonconstructie, zowel de onder-, bovenbouw als de dragende constructie. De buitenzijde bestaat daarbij voor het overgrote deel uit baksteen. Het gebouw valt in twee onderdelen uiteen. Het kleine gebouw herbergt de transformatoren, kantoren en enkele opslagruimten.

Het hoofdgebouw, waarin de machinerieën zijn ondergebracht, is rank en is afgedekt met een licht hellend betonnen zadeldak, waarop mastiek. De westzijde (stadskant) laat een gevel zien waarin glasstroken zichtbaar zijn die vanaf een afdak tot aan het dak lopen (zie ook het Amstelstation), deze glasstroken zijn ook te zien aan de zuidkant. Aan de oostzijde van het gebouw steken de blauwgekleurde zuigleidingen af tegen de bakstenen gevel met hier en daar een ruitje. Het vele baksteen is eveneens terug te vinden in de noordgevel. Het pand is sinds 2012 beschermd als gemeentelijk monument.[2]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.