Gaston Duribreux

Gaston Duribreux (Oostende, 28 mei 1903 - Oostende, 27 mei 1986)[1] was een Belgisch schrijver.

Gaston Duribreux
Rond 1940
Algemene informatie
Volledige naamGaston Duribreux
Geboren28 mei 1903
GeboorteplaatsOostende
Overleden27 mei 1986
OverlijdensplaatsOostende
Land België
Beroephotelier
Werk
OnderscheidingenVlieberghprijs
Dbnl-profiel
Portaal    Literatuur

Biografie

Zijn ouders waren afkomstig van de Catsberg in Noord-Frankrijk. Hij ging naar de middelbare school in Oostende (Onze-Lieve-Vrouwecollege), waar hij een studie in de moderne humaniora volgde en gestimuleerd werd door oorlogsaalmoezenier E.H. August Benoot. Hij leerde het vak van hotelier in het Hotel Miramar aan de Franse Riviera en in Duitsland. Hij huwde Louise-Marie Dierikx-Visschers en kreeg drie zonen, René, Yanty en Paul. Zijn werk gaat vooral over de vissers die hij kende van zijn lange wandelingen aan de visserskaai. Gedurende de zomer was hij hotelier te Mariakerke, waar hij tijdens de weekeindes van 'Dietsche warande en Belfort' bekende Vlaamse schrijvers ontving. In zijn Parkhotel, uitgebaat door Paul Duribreux, en Hotel Miramar, gebouwd in 1964 en tot 2000 uitgebaat door Yanty zijn zoon en vervolgens tot 2008 door Frédéric Duribreux, zijn kleinzoon, ontving hij ook beroemde persoonlijkheden, onder wie de Oostendse kunstschilder James Ensor.

Indrukwekkend was het, zo wordt verteld, toen beroemdheden zoals Ernest Claes en Stijn Streuvels op zondagmorgen de mis op Mariakerke bijwoonden. Onder andere zo heeft Duribreux Mariakerke 'op de kaart gebracht'.

Gaston Duribreux werd 'de romancier van de zee’, 'de laatste katholieke schrijver' , of ook wel 'de romancier-hotelier' genoemd. Zijn werken zijn diep-psychologisch en christelijk geïnspireerd, en spelen zich het liefst af in de buurt van de Noordzee. Zijn boeken werden uitgegeven door verschillende uitgeverijen waaronder het Davidsfonds, Desclée-De Brouwer, Manteau enz.

Litteraire prijzen

  • 1942: Premie van de beste eersteling van de provincie Antwerpen, voor Bruun.
  • 1947: Lode Baekelmansprijs van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde, voor romans over de zee en het vissersvolk.
  • 1951: Prijs van de Scriptores Catholici, voor De grote hemme.
  • 1952: Vlieberghprijs van het Davidsfonds voor Tussen Duivel en Diepzee.
  • 1952: Vijfjaarlijkse prijs voor het Verhalende Proza van de provincie West-Vlaanderen, voor De zure druiven.

Titels

  • Ridder in de kroonorde
  • Ridder in de Leopoldsorde
  • Officier in de Leopoldsorde

Werken

  • Karoen in 't aanschijn van de zee (1934) (ps.Jan van Wieren)
  • Flouc dans le monde des crabes (1937) verhaal.
  • Bruun (1939)
  • De laatste visschers (1940)
  • Zee- en visschersvolk op Vlaanderens kust (1941)
  • De Visscher (1942)
  • Derina (1942)
  • Zee, volk en kunst (1942) (Artikel voor 'Volk en Kultuur', nr 42, 14/11/1942)
  • Rijm op de kust (verhaal, in "Bloei", 1942)
  • De Roeschaard (1943)
  • De smokkeltocht in den kerstnacht, (Verhaal voor Het Laatste Nieuws, Kerstdag 1944)
  • De bron op de berg (1945)
  • Toen keerde de wind (1948) (in Demedts,A.,e.a.:"Van elk een verhaal", Davidsfonds)
  • Het licht over het duin (1948) (Kort verhaal, Ons Volk nr 52, 1948)
  • Op ontdekking bij Cyriel Los (Ons Volk nr 3, 16 januari 1949)
  • De grote Hemme (1950)
  • Het gouden zeil (1951)
  • De zure druiven (1952)
  • Tussen duivel en diepzee (1953)
  • Schipper Jarvis (1955)
  • De parabel van de gehate farizeeër (1955)
  • De parabel van de geliefde tollenaar (1956)
  • Kantwerk en zwanen (1958)
  • Het wrede spel (1960)
  • Duren, dienen, redden, "Tenir, Servir, Sauver", in 'Anthologie de la Prose Néerlandaise', Nova et vetera, blz 32-77, Aubier-Asedi, éditions Montaigne, Paris, (1968)
  • Ballade van de hopeloze zuiverheid (1971)
  • Spiegel en Bokswant (geschreven in 1952, maar pas door de familie ontdekt in 1986, uitgegeven in 2009)

Citaten

  • "De zee is God op aarde"
  • "De zee is mijn inspiratiebron, niet alleen voor mijn vissersroman, maar voor al mijn werk. Er is geen personage, geen karakter, geen levensopvatting, die ik niet eerst in de zee heb gedrenkt.Zij is voor mij een vaste en verwante persoonlijkheid. Ik leef-als ik mij zo uitdrukken mag-in een soort fysieke eenheid met haar.Dat heb ik gedurende de oorlog kunnen ervaren. Drie jaar lang mochten wij de zee niet naderen en daar leed ik onder als onder de amputatie van een lichaamsdeel."
  • "Ik ken niets zo los en zo vrij als de zee en zo gevoelig als men ze met de blik raakt. Ik zou willen sterven met mijn blik naar de zee gewend."
  • "De kerk beschouw ik als een lichtbaken met daaromheen de chaos van ons hartstochtelijk leven"
  • "Voor de zee gezeten stel ik mij onophoudelijk vragen, en dankzij de zee blijft geen vraag onbeantwoord. De zee geeft mij nooit ontgoocheld."
  • "Karate naar het eigen beeld van de Noordzee, is beurtelings kalmte en plotseling ontketening. Machtsvertoon en rechtmatige terugkeer naar een volledige en onverzettelijke zelfbeheersing."
  • "Schrijven is een afreageren van dingen, die u vrees aanjagen en die ge niet kunt bereiken."
  • "De heldhaftigheid die ik in mijn werken oproep, bezit ik niet in dezelfde mate als mijn personages. Zij duikt bij flitsen bij mij op. Die flitsen worden verlangens, die overgroeid worden door de levensvrees. Om mij daarvan te bevrijden, beeld ik personages uit die geen vrees kennen."

Literatuur

  • Daniel Glas, 'De Vlaamse Roman', De zure druiven, in: Universitas, juni 1955.
  • WP-lexicon; L. Sourie. Mens en kunstenaar (dl 1, 1956);
  • B.F. van Vlierden, ‘Het heroisme in het werk van Gaston Duribreux’, in Streven 10 (1957) 9;
  • J. de Ceulaer, in: Te gast bij Vlaamse auteurs (1962);
  • P. Hardy. Gaston Duribreux (Uitgeverij Desclée de Brouwer 1963);
  • Smeets, ‘Gaston Duribreux’, in VWS-Cahier 3 (1968) 16, p. 8-9;
  • P. Hardy, ‘Gaston Duribreux. Zee en oorlog’, in: VWS-Cahier (1970) 4A [=27], p. 1-5.
  • Yvan Dusausoit, 'Sur les pas des écrivains de la mer du Nord', blz 85, Les Editions de l'Octogone, Bruxelles-Louvain-la Neuve, 2000.
  • Reginald Braet, 'Schriften van Driekoningen'; Een geschiedenis van Beernem, zijn kastelen en de kunstweekends; (2005)
  • Stefaan Pennynck, Daniël, mijn vriend. Voorstelling en analyse van een kortverhaal van G.Duribreux als literair document van de bezetting in Mariakerke tijdens WOI, in: De Plate juni – augustus 2014, Oostende,nr 6-8, p. 147-172,ill.
  • Stefaan Pennynck, Pallieter in Oostende. Duribreux’ debuut: een door en door Oostendse vitalistische roman in: De Plate, Oostende, mei 2015, p. 110-119,ill.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.