Gabler-orgel van de basiliek van de abdij van Weingarten

Het Gabler-orgel van de basiliek van de abdij van Weingarten in Württemberg in Duitsland werd tussen 1737 en 1750 gebouwd door de orgelbouwer Joseph Gabler uit Ochsenhausen voor de in de middeleeuwen opgerichte Benedictijner abdij Weingarten.

Het orgel
Aanblik vanaf het balkon
Klavieren van het orgel.

Beschrijving

De met ornamenten bewerkte speeltafel is het eerste merkwaardige aspect van het orgel. Het was namelijk de eerste op afstand bedienbare apparatuur die gebruikt werd voor een orgel. Het instrument heeft 4 manualen, ingedeeld in hoofdwerk, bovenwerk, onderwerk en borstwerk. Alle manualen hebben 49 toetsen (vier octaven). Het aangehangen pedaal werd in 1981-83 omgebouwd tot zelfstandig pedaal. Het orgel heeft een totaal van 63 registers en 6631 pijpen.

Het orgel wordt omringd zes grote ramen. De middelste twee torens bevatten in het front de prestant 16' van het hoofdwerk. Het grootste deel van het orgel wordt bezet door de fluiten.

Nadat het in 1953 uitbreidingen en verbouwingen had ondergaan is het in de jaren 1981-1983 gerestaureerd door Kuhn orgelbouw. Hierbij is zo veel mogelijk de oude situatie hersteld, op het pedaal na, dat is uitgebreid.

Dispositie

I Hauptwerk
Praestant16′
Principal8′
Rohrflaut8′
Octav I-II4'
Superoctav II2′+1′
Hohlflaut2′
Mixtur IX-X2′
Cimbalum XII1′
Sequialter VIII-IX2′
Piffaro V-VII8′
Trombetten8′


II Oberwerk
Borduen II-III16′
Principal Tutti8′
Violoncell I-III8′
Coppel8′
Hohlflaut8′
Unda maris8′
Solicinale8′
Mixtur IX-XII4′


II Kronpositiv
Octav douce4′
Viola II4′+2′
Cimbali II2′+1′
Nasat2′
III Echowerk
Borduen16′
Principal8′
Flauten8′
Quintatön8′
Viola douce8′
Octav4′
Hohlflaut I-II4′
Piffaro doux II4′
Superoctav2′
Mixtur V-VI2′
Cornet V-VI1′
Hautbois8′


IV Brustpositiv
Principal doux8′
Flaut douce8′
Quintatön8′
Violoncell8′
Rohrflaut4′
Querflaut4′
Flaut travers II4′
Flageolet2′
Cornet VIII-XI2′
Vox humana8′
Hautbois4′
Carillon2′
Tremulant
Hauptpedal
Contrabaß II32′+16′
Subbaß32′
Octavbaß16′
Violonbaß II16′+8′
Mixturbaß V-VIII8′
Posaunenbaß16′
Bombard16′
La force IL4′[1]
Carillon ped.2′[2]


Brustpedal
Quintatönbaß16′
Superoctavbaß8′
Flaut douce8′
Violoncellbaß8′
Hohlflautbaß4′
Cornetbass X-XI4′
Sesquialter VI-VII3′
Trombetbaß8′
Fagottbaß8′
  • Cuculus (Koekoek, bestaande uit vier houten pijpen)
  • Rossignol (Nachtegaal : drie pijpen in een waterbad)
  • Tympan (Pauk: drie houten pijpen (16') zwevend in G gestemd)
  • Cymbala (drie klokjes die door wind in beweging kunnen worden gebracht)

Afbeeldingen

Zie de categorie Gabler-Orgel (Basilika Weingarten) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.