Francis Quarles

Francis Quarles (Romford, 15928 september 1644) was een Engels dichter en prozaschrijver. Hij werd geboren in een gegoede familie, waarvan verschillende leden posities bekleedden aan het hof.

Francis Quarles

Quarles bezocht het Christ's College van de Universiteit van Cambridge en deed een rechtenstudie aan Lincoln's Inn in Londen. Evenals zijn voorouders raakte hij betrokken bij het koninklijk hof. Hij begeleidde Prinses Elizabeth, de dochter van Jacobus I in 1613 naar Duitsland voor haar huwelijk met Frederik V van de Palts. Hij verbleef enige jaren in het buitenland. In 1618 trouwde hij; het huwelijk werd gezegend met achttien kinderen, van wie er bij zijn dood nog negen in leven waren. Rond 1629 werd hij secretaris van James Ussher, de primaat van Ierland. De grote kinderschaar was er de oorzaak van dat het gezin vaak in armoedige omstandigheden verkeerde.

In 1633 keerde hij terug naar Engeland en werkte hij een aantal jaren aan de voorbereiding van zijn bekendste werk, Emblems. In 1639 werd hij benoemd tot stadsgeschiedschrijver, een positie die eerder was bekleed door Ben Jonson en Thomas Middleton. Ten tijde van de Engelse Burgeroorlog koos hij de kant van de royalisten en schreef hij een aantal pamfletten ten gunste van de koning. Als gevolg hiervan werd op last van de parlementaire partij zijn huis doorzocht en veel van zijn manuscripten werden daarbij verbrand.

Onder de door Quarles geschreven werken, was het in 1635 verschenen Eblems in zijn tijd succesvol. Het groeide uit tot het meest populaire werk in zijn soort van de 17e eeuw. Het was een emblemataboek, een genre dat in Europa in de 16e en 17e eeuw veel werd toegepast. Het werk bestond uit vijf delen, waarin een groot aantal gravures (emblema) werden gevolgd door een parafrase van een gedeelte uit de Heilige Schrift, aangevuld met citaten van diverse bekende christelijke schrijvers, en afgesloten met een uit vier regels bestaand epigram. Het werk was zo succesvol dat hij in 1637 een soortgelijk werk publiceerde onder de titel Hieroglyphics of the Life of Man.

Hoewel de werken populair waren in zijn periode, hadden de critici in de 17e en 18e eeuw, onder wie John Suckling en Alexander Pope, er weinig goede woorden voor over. Het werk van Quarles is grotendeels in de vergetelheid geraakt.


Werken



Delight In God Only (De Echte Vreugde Alleen In de Heer)

I love the earth - she is my Maker's creature,
She is my mother for she gave me birth.
She is my tender nurse - she gives me food.
But what is a creature, Lord, compared with Thee?
Or what is my mother or my nurse to me?

I love the air - her dainty sweets refresh
My drooping soul and to new sweets invite me.
But what is the air or all the sweets that she
Can bless my soul withal, compared to Thee?

I love the sea - she is my fellow-creature,
My careful purveyor - she provides me store.
She walls me round, she makes my diet greater,
She wafts my treasure from a foreign shore.
But, Lord of oceans, when compared with Thee,
What is the ocean or her wealth to me?

To heaven's high city I direct my journey,
Whose spangled suburbs entertain mine eye.
Mine eye, by contemplation's great attorney,
Transcends the crystal pavement of the sky.
But what is heaven, great God, compared to Thee?
Without Thy presence – heaven is no heaven to me.

Without Thy presence – the earth gives no reflection.
Without Thy presence – the sea affords no treasure.
Without Thy presence – the air is a rank infection.
Without Thy presence – the heaven is itself no pleasure.
If not possessed, if not enjoyed in Thee,
What is earth or sea or air or heaven to me?

Without Thy presence - wealth is bags of cares,
Wisdom - but folly, joy – disquiet, sadness.
Friendship is treason and delights are snares,
Pleasures - but pain and mirth – pleasing madness.
Without Thee, Lord, things be not what they be,
Nor have their being when compared with Thee.

In having all things and not Thee - what have I?
Not having Thee - what have my labours got?
Let me enjoy but Thee – what further crave I?
And having Thee alone - what have I not?
I wish nor sea, nor land, nor would I be
Possessed of heaven, [if] heaven [is] unpossessed of Thee!

(Van het gedicht "Delight In God Only" ("De Echte Vreugde Alleen In de Heer") van Francis Quarles)[1]


This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.