F- en Z-hoeken

Een lijn die twee gegeven evenwijdige lijnen snijdt maakt met elk van de twee lijnen vier hoeken. De evenwijdigheid van de twee gegeven lijnen zorgt ervoor dat een aantal hoeken gelijk zijn.

  • De overeenkomende hoeken bij beide evenwijdige lijnen, F-hoeken genoemd, zijn gelijk.
  • Een hoek bij de ene lijn is gelijk aan de overliggende hoek aan de andere lijn, Z-hoeken genoemd.

Ook de omkering is waar. Zijn bij twee gegeven lijnen twee F-hoeken of Z-hoeken gelijk, dan zijn dit evenwijdige lijnen.

Deze terminologie wordt vooral gebruikt in het voortgezet onderwijs bij het aanleren van rekenen en redeneren in meetkundige figuren.


Op de figuren links een voorbeeld van twee F-hoeken, rechts van twee Z-hoeken. De rode delen geven aan waar de naamgeving vandaan komt.

Bewijs met F-hoeken op WisFaq.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.