Epidurale bloedpatch

Een epidurale bloedpatch stopt het lekken van hersenvocht. Er wordt een kleine hoeveelheid bloed van de patiënt geïnjecteerd in de vliezen rondom het hersenvocht dat langs het ruggenmerg stroomt. Meestal wordt een epidurale bloedpatch verricht om postpunctionele hoofdpijn, die ontstaat door het weglekken van hersenvocht na het verrichten van een lumbale punctie, te stoppen.

Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Voor een epidurale bloedpatch wordt eigen bloed gebruikt zonder toevoegingen. Er wordt circa 20 ml bloed steriel afgenomen uit bijvoorbeeld de arm. Dit bloed wordt vervolgens langzaam via een naald in de epidurale ruimte gespoten. De naald wordt daarbij op hetzelfde niveau geplaatst als waar de oorspronkelijke insteekopening was. Doordat het bloed stolt rondom het gaatje treedt geen verder hersenvochtverlies meer op. Soms moet de procedure meerdere keren worden herhaald. Aangezien het 20 ml ingespoten bloed enige ruimte inneemt en druk geeft op de hersenvliezen, kan er rugpijn of stijfheid van de rug ontstaan, die enkele dagen tot weken kan aanhouden.

Een epidurale bloedpatch wordt geplaatst door een anesthesioloog of een (neuro)radioloog, eventueel met behulp van doorlichting (fluoroscopie).

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.