Emile Jérôme Sillem
Emile Jérôme Sillem (Amsterdam 27 juli 1847 - Bloemendaal 10 juli 1877), was een Nederlands civiel ingenieur.
Emile Jérôme Sillem was de jongste zoon van Ernst Sillem (1864-1919) en Henriëtte Sillem-Hielbig. Hij genoot zijn schoolopleiding aan het Instituut Noorthey te Veur (thans Leidschendam). Zijn broers Jérôme Alexander Sillem (1840-1912) en John Sillem (1847-1896) volgden lessen op dezelfde school. Sillem schreef voor het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (K.N.A.G) (Vol. III. 1ste serie 1879) een verhandeling over het Tobameer, een groot kratermeer in de provincie Noord-Sumatra op Sumatra, in Indonesië. Jarenlang leed E. J. Sillem aan de tering, de ziekte de hem uiteindelijk fataal werd. Emile Jérôme Sillem werd begraven op begraafplaats Zorgvlied te Amsterdam. Zijn stoffelijke resten liggen samen met die van Jérôme Alexander Sillem (1840-1912) in één graf met grafnummer O-I-226A
Bronnen/te raadplegen werken
- Nederland's Patriciaat, jaargangen nr. 1 (1910), nr. 2 (1911), nr. 22 (1935-36), nr. 47 (1961)
- Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (K.N.A.G) Vol. III. 1ste serie. 1879
- Ernst Heldring: Herinneringen en dagboek (in drie delen; deel 1 en 2: Herinneringen en dagboek/deel 3: bijlagen). (heruitgegeven door Dr. Joh. de Vries. Uitgave van het Nederlands Historisch Genootschap, Utrecht 1970)
- Gedenkboek Noorthey 1820-1920: Uitgegeven door het Genootschap Noorthey naar aanleiding van het 100-jarig bestaan. (Uitgeverij Joh. Enschede en zonen, Haarlem 1920)