Uroplatus ebenaui
Uroplatus ebenaui is een hagedis uit de infraorde gekko's (Gekkota) en de familie Gekkonidae.[2]
Uroplatus ebenaui IUCN-status: Kwetsbaar[1] (2011) | ||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | ||||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||
| ||||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||||
Uroplatus ebenaui Boettger, 1879 | ||||||||||||||||
Afbeeldingen Uroplatus ebenaui op ![]() | ||||||||||||||||
Uroplatus ebenaui op ![]() | ||||||||||||||||
|
De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Oscar Boettger in 1879. Oorspronkelijk werd de naam Uroplates ebenaui gebruikt.
Uiterlijke kenmerken
Deze soort lijkt enigszins op de gestreepte bladstaartgekko (Uroplatus lineatus), maar mist de strepen en is chocoladebruin van kleur met enkele onregelmatige donkere vlekken op de rug die vaak doen denken aan een bandering. De kop is sterk afgeplat en driehoekig van vorm en heeft grote, roodbruine tot helderrode ogen. De staart is erg kort en sterk afgeplat, bij veel exemplaren is deze slechts enkele millimeters dik. De totale lengte is ongeveer 10 centimeter, waarvan de staart slechts een kwart beslaat. De poten zijn vrij kort en hebben grote hechtschijven waarmee de gekko zich goed vast kan houden aan takken. Kenmerkend zijn twee platte verhogingen boven de ooropeningen die de kop nog groter doen lijken.
Algemeen
![](../I/m/Uroplatus_ebenaui_distribution.png)
Uroplatus ebenaui komt voor in het noorden van Madagaskar, en is nog algemeen. Deze soort bewoont de kust- en bergbossen waar het wat koeler en droger is. Echter ook in dit deel van het regenwoud heeft nog altijd dagtemperaturen rond de 24 graden, nachttemperaturen van rond 19 graden en een constante luchtvochtigheid van meer dan 60%. De gekko is met name te vinden in het dichte woud tussen de takken van planten, open gebieden worden gemeden. Het is een struik- en boom bewonende soort die niet vaak op de grond komt en 's nachts actief is. Het voedsel bestaat uit allerlei kleine insecten die al klauterend gevangen worden.
Bronvermelding
|