Duwboot

Een duwboot is een schip dat zelf geen lading vervoert, maar als aandrijving werkt voor 2, 4 of 6 grote, bijna vierkante stalen bakken (de zogenoemde duwbakken) met lading. Deze wijze van vervoer wordt met de term duwvaart aangeduid.

Duwboot Groenland in de Rotterdamse haven
Duwboot Kraaijenberg met twee duwbakken in sluis Maas-Waalkanaal, Heumen

Geschiedenis

Aan het einde van de 19e eeuw werd duwvaart geïntroduceerd op grote Amerikaanse rivieren zoals de Mississippi en de Ohio. De legendarisch geworden Sprague werd in 1902 in gebruik genomen en voer met steenkool en staalproducten voor de Monongahela River Consolidated Coal and Coke Company gevestigd in Pittsburgh. Het was de grootste raderstoomboot ter wereld en was 97 meter lang en 20 meter breed. Als duwboot kon het 56 bakken duwen met in totaal ruim 50.000 ton lading en had als bijnaam Big Mama.[1] Pas in 1948 werd de Sprague uit de vaart genomen.

Na de Tweede Wereldoorlog groeide de Europese economie en het vervoer over water sterk. Er dreigde een tekort aan binnenvaartschepen en varend personeel waardoor de vrachtkosten sterk stegen.[2] In 1953 bezocht een missie van de Franse staatsrederij Compagnie Française de Navigation Rhénane (CNFR) de Verenigde Staten om de voor- en nadelen van duwvaart op de Mississippi te bestuderen.[2] De vaaromstandigheden op de brede Mississippi verschilden wel duidelijk met de smalle, bochtige en drukke Rijn. In 1957 werd besloten een proef op de Rijn uit te voeren met de omgebouwde sleepboot President Herrenschmidt. De proef slaagde en de Fransen lieten meer materieel ombouwen.[2] Twee Nederlandse en twee Duitse rederijen hadden eveneens een studie uitgevoerd en opdracht gegeven voor de bouw van een echte duwboot. Op 21 oktober 1957 maakte de Wasserbüffel,[3] met een motorvermogen van 1260 pk haar eerste vaart met vier bakken van elk 1250 ton capaciteit.[2]

Duwvaart leidde tot een sterke verhoging van de arbeidsproductiviteit; per bemanningslid werd vijf maal meer vracht vervoerd.[2] De bakken waren goedkoop te produceren, er waren immers geen motor of voorzieningen voor de bemanning noodzakelijk. De scheiding van aandrijving (duwboot) en laadruimte (duwbakken) maakte een snelle omloopsnelheid mogelijk. De duwboot liet de volle bakken in de haven achter en keerde direct om met de lege bakken. De volle bakken konden zo gelost worden zonder de kostbare duwboot vast te houden. De omslag van sleep- naar duwvaart vond dan ook binnen enkele jaren plaats. Op de grootste vaarwegen is de vaart met samenstellen van vier Europa IIa bakken toegestaan, op de Rijn onder bepaalde condities verbanden van zes Europa IIa bakken.[2]

Grote duwboten die op vaste trajecten varen maken gemiddeld 7000 draaiuren per jaar.[4] Zo'n 80% van de beschikbare tijd zijn ze onderweg. De resterende tijd wordt besteed aan het wisselen van de bakken, wachten voor bruggen en sluizen, onderhoud en reparaties.

Beschrijving

Duwboten zijn vaak kort en breed van vorm, met een platte neus, om de duwbakken zo goed mogelijk te kunnen bevestigen. Veel schepen varen vast met 1 bak. Dit wordt dan een koppelverband genoemd. Ook zijn er speciale schepen die geen ruimen hebben maar alleen bestaan uit een achterschip met speciale duwpalen. Deze komen dan achter een of meer bakken en duwen die naar hun bestemming.

Duwboten worden in Europa alleen in de binnenvaart gebruikt. In de Verenigde Staten en Japan worden ze ook op zee gebruikt bij het vervoer van sea barges, zeelichters. Deze zijn in Europa wel in gebruik geweest, onder andere de URS had de Sea Horse en Sea Lion in de vaart hiervoor. In Japan is onder ander het Articouple-systeem ontwikkeld, waarbij de duwboot aan de bak wordt gekoppeld met hydraulische cilinders die wel toelaten dat de duwboot stampt, maar niet slingert ten opzichte van de bak. Van Oord heeft zes duwbakken in aanbouw van het type onderlosser.

Kleine duwbootjes, zogenoemde opduwers, werden al vanaf het begin van de 20e eeuw gebruikt.

Duwvaart in Nederland

In 1956 werd de duwvaart in Nederland geïntroduceerd door het baggerbedrijf R. Boltje & Zonen NV uit Zwolle. Met de sleepboot Amazone liet het bedrijf zien dat met een sleepboot zowel het slepen als wel het duwen van een geladen bak mogelijk was.[5][6] Dit idee werd als snel overgenomen, want bij het in onbruik raken van sleepschepen werd bij de meeste sleepboten de voorsteven/kop aangepast, om als duwboot dienst te kunnen gaan dienen. Verder zijn er ook binnenvaartschepen waarvan de voorsteven geschikt is om een duwbak aan te koppelen, waardoor er meer vracht vervoerd kan worden.

Klasse-indeling

De binnen- of rivierscheepvaart is in Europa opgedeeld in CEMT-klasses om de afmetingen van vaarwegen in West-Europa op elkaar af te stemmen. De klasse-indeling is bepaald door de Conférence Européenne des Ministres de Transport (vandaar de afkorting CEMT). Per klasse zijn de maximale afmetingen van het schip of combinatie van duwboot en duwbak vastgelegd. De indeling loopt van 0 t/m VII en heeft vanaf klasse V een a-, b- of c-aanduiding. Deze letter-toevoeging is relevant voor de duwvaart. De hoogte is vooral relevant bij het vervoer van containers; bij drie lagen is de hoogte 7 meter en bij vier 9,10 meter.

KlasseLengte (m)Breedte (m) Diepgang (m)Hoogte (m)Laadvermogen (ton)samenstelling
IV859,502,50-2,805,25 of 7,001250 - 14501 bak
Va95-11011,402,50-4,505,25, 7,00 of 9,101600 - 30001 bak
Vb172-18511,402,50-4,505,25, 7,00 of 9,103200 - 60002 bakken achter elkaar
VIa95-11022,802,50-4,507,00 of 9,103200 - 60002 bakken naast elkaar
VIb185-19522,802,50-4,507,00 of 9,106400 - 120002 × 2 bakken
VIc193-20033,00-34,202,50-4,509,109600 - 180002 × 3 bakken
VIc270-28022,802,50-4,509,109600 - 180003 bakken lang, 2 breed
VII195/28533,00/34,202,50-4,509,1014500 - 270003 × 3 bakken
Zoek duwboot op in het WikiWoordenboek.
Zie de categorie Tugboats van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.