Drank- en Horecawet

De Drank- en Horecawet, voluit geheten Wet van 7 oktober 1964, tot regeling van de uitoefening van de bedrijven en de werkzaamheid, waarin of in het kader waarvan alcoholhoudende drank wordt verstrekt, is een Nederlandse wet van 7 oktober 1964, in werking getreden op 1 november 1967, tot regeling van de uitoefening van de bedrijven en de werkzaamheid, waarin of in het kader waarvan alcoholhoudende drank wordt verstrekt.

Drank- en Horecawet
CiteertitelDrank- en Horecawet
TitelWet van 7 oktober 1964, tot regeling van de uitoefening van de bedrijven en de werkzaamheid, waarin of in het kader waarvan alcoholhoudende drank wordt verstrekt
AfkortingDHW
Soort regelingwet in formele zin
Toepassingsgebied Nederland
Statusgeldend
Goedkeuring en inwerkingtreding
Ingediend op25 augustus 1962
Ondertekend op7 oktober 1964
Gepubliceerd inStb. 1964, 386
In werking getreden op1 november 1967
Geschiedenis
Opvolger vanDrankwet 1881
WijzigingenExterne lijst
Lees online
Drank- en Horecawet
Portaal    Mens & maatschappij

In deze wetgeving staat onder meer:

  • dat voor de verkoop van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse, dit in een slijterij plaats dient te vinden;
  • dat voor de verkoop van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, dit in een horecabedrijf dient plaats te vinden;
  • waar een horecabedrijf en slijterij aan dienen te voldoen (inrichtingseisen);
  • dat alleen een persoonsgebonden rechtspersoon die voldoet aan de eisen van de wet een vergunning kan krijgen.

Alcoholhoudende drank wordt in de wet gedefinieerd als drank met meer dan een half procent alcohol[1]. Onderscheid wordt gemaakt tussen zwak-alcoholhoudende drank en sterke drank (meer dan 15%)[2].

Artikel 20 bepaalt:

1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Onder verstrekken als bedoeld in de eerste volzin wordt eveneens begrepen het verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, welke drank echter kennelijk bestemd is voor een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.
2. Het is verboden in een slijtlokaliteit de aanwezigheid toe te laten van een bezoeker van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, anders dan onder toezicht van een persoon van 21 jaar of ouder.
De leeftijdsgrenzen gelden niet voor schenken van alcoholhoudende dranken in de privésfeer.
Voor de toegang tot horecagelegenheden is er geen landelijke grens meer. Sommige horecaondernemers, met name disco-eigenaren, hanteren zelf grenzen (vaak 16, 18 of 21 jaar). Gemeenten kunnen na inwerkingtreding van bovengenoemde wet bij verordening toelatingsleeftijdsgrenzen (maximaal 21 jaar) bepalen tot – desgewenst alle – horecagelegenheden.

Artikel 44a van de wet en het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet bepalen dat de gemeente een bestuurlijke boete kan opleggen aan personen en bedrijven die bepaalde bepalingen van de wet overtreden.

Bij zich hebben

Artikel 45 bepaalt onder meer:

1. Het is degenen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, met uitzondering van personen van 16 of 17 jaar die dienst doen in een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, waaronder begrepen het zijn van barvrijwilliger in een inrichting in beheer bij een paracommerciële rechtspersoon, verboden op voor het publiek toegankelijke plaatsen alcoholhoudende drank aanwezig te hebben of voor consumptie gereed te hebben, met uitzondering van plaatsen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse wordt verstrekt.
2. Overtreding van het eerste lid wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Een jongere die in een supermarkt met drank naar de kassa gaat is dus nog niet strafbaar, dit om de verantwoordelijkheid van de ondernemer om verkoop te weigeren te onderstrepen. Een jongere die in een horecagelegenheid drank voor consumptie gereed heeft (bijvoorbeeld nadat die tegen de regels aan hem is verkocht, of die een ouder iemand voor hem heeft gekocht) is wel strafbaar; hier wordt dus niet de redenering gehanteerd van het onderstrepen van de verantwoordelijkheid van de ondernemer.

Politiestrafbeschikkingsfeiten E 211 a (jonger dan 16) en b (16 of 17) betreffen "als persoon jonger dan 18 jaar alcoholhoudende drank aanwezig hebben waar dit niet is toegestaan", met een boete van nominaal resp. € 95 en € 47,5. Gezien de algemene regel dat voor een overtreder van 12 tot 16 jaar de tarieven van feitgecodeerde zaken worden gehalveerd is de daadwerkelijke boete in beide gevallen € 47,5. Boven op dit sanctiebedrag komen nog administratiekosten.[3]

Als een jongere wordt aangetroffen die alcohol gebruikt heeft is weliswaar duidelijk dat hij die voorhanden heeft gehad, maar dat hoeft niet op een publiek toegankelijke plaats geweest te zijn. De jongere kan dan dus niet gestraft worden, behoudens in het geval van openbare dronkenschap (die strafbaar is voor alle leeftijden). Het onwel zijn door alcoholgebruik wordt bewust niet strafbaar gesteld omdat dat hulp zoeken door of voor zo'n jongere zou kunnen belemmeren, wat zou kunnen leiden tot gezondheidsrisico’s.

Verschillen met de bepalingen over alcohol in de openbare ruimte zijn dat de hierboven behandelde bepaling:

  • niet slechts in delen van gemeenten geldt, maar overal
  • ook geldt voor gesloten verpakkingen
  • alleen geldt voor jongeren.

Geschiedenis

De Wet van 24 mei 2012 tot wijziging van de Drank- en Horecawet met het oog op de terugdringing van het alcoholgebruik onder met name jongeren, de voorkoming van alcoholgerelateerde verstoring van de openbare orde, alsmede ter reductie van de administratieve lasten bevatte onder meer een verbod voor jongeren onder de 16 jaar alcohol bij zich te hebben.

De Wet van 1 oktober 2013, houdende wijziging van de Drank- en Horecawet teneinde enkele leeftijdsgrenzen te verhogen van 16 naar 18 jaar en de preventie en handhaving te verankeren (een initiatiefwet van Joël Voordewind, Kees van der Staaij, Lea Bouwmeester en Hanke Bruins Slot) is op 1 januari 2014 in werking getreden.[4] De wet verhoogde voor diverse bepalingen (waaronder het direct hierboven genoemde) de leeftijdsgrens van 16 naar 18 jaar.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.