Doodsadder

De doodsadder[2] (Acanthophis antarcticus) is een cobra-achtige slang uit de familie koraalslangachtigen (Elapidae).[3] De slang is zeer giftig en bij een beet kan het gif dodelijk zijn voor mensen.

Doodsadder
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2018)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Superfamilie:Colubroidea
Familie:Elapidae (Koraalslangachtigen)
Onderfamilie:Elapinae
Geslacht:Acanthophis
Soort
Acanthophis antarcticus
(Shaw, 1794)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Doodsadder op Wikispecies
Portaal    Biologie
Herpetologie

Uiterlijke kenmerken

De slang bereikt een lichaamslengte van 50 centimeter tot ongeveer een meter. De lichaamskleur is bruin tot zwart met lichtere banden. Sommige variaties zijn zwart van kleur en hebben dunne witte banden met daartussen bruine banden. Aan de buikzijde is een enkele rij schubben aanwezig die wit van kleur zijn en vaak kleine zwarte vlekjes hebben.

Verspreiding en habitat

Verspreidingsgebied binnen Australië in het rood.

Deze soort komt voor in delen van Azië, te weten Papoea-Nieuw-Guinea en in grote delen van Australië. In Australië ontbreekt de doodsadder alleen in woestijnachtige gebieden en de zuidwestelijke delen van het land. De habitat bestaat uit zanderige streken en grasvlakten. De doodsadder graaft zich deels in in het zand om overdag te rusten en komt alleen tevoorschijn tijdens de nachtelijke jacht.[4]

Voedsel

Op het menu staan kleine vogels, muizen en soms hagedissen. Prooidieren worden gelokt door de zeer beweeglijke en afwijkend gekleurde staartpunt. Door de staartpunt als een wormpje te bewegen worden namelijk insecteneters gelokt die -als ze dichtbij komen- worden gebeten. Het gif van de doodsadder is ook voor mensen dodelijk.[4]

Voortplanting

De doodsadder is eierlevendbarend; de vrouwtjes leggen geen eieren maar brengen levende jongen ter wereld. Per worp worden tot ongeveer twintig jongen geboren.[4]

Naamgeving en taxonomie

De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door George Kearsley Shaw in 1794. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Boa antarctica gebruikt. Later werd de soort aan andere geslachten toegekend, zoals Ophryas en Vipera. Het geslacht Vipera behoort tot de adders en de doodsadder lijkt weliswaar op een adder maar is er niet aan verwant. Net zoals adders heeft de doodsadder een driehoekige vorm van de kop en daarnaast heeft de slang gekielde dorsale schubben, dat wil zeggen dat de schubben aan de rugzijde een klein opstaand randje (kiel) hebben in de lengterichting. Bij de meeste koraalslangachtigen komen gekielde schubben niet voor maar bij de adders zijn dergelijke schubben heel normaal. De kop is bij de meeste koraalslangachtigen afgerond en enigszins ei-vormig.

Ondersoorten

Er zijn twee verschillende ondersoorten die van elkaar afwijken in zowel de uiterlijke kenmerken als het natuurlijke verspreidingsgebied.

  • Ondersoort Acanthophis antarcticus antarcticus
  • Ondersoort Acanthophis antarcticus schistos

Bronvermelding

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.