Ørsted (bedrijf)

Ørsted, tot november 2017 DONG Energy A/S, is een Deens energiebedrijf. Het bedrijf is in 2006 ontstaan door de fusie van zes energiebedrijven, waaronder het olie- en gasbedrijf DONG ('Dansk Olie og Naturgas A/S') dat in 1972 door de Deense rijksoverheid werd opgericht, en de elektriciteitsproducenten Elsam (Jutland en Funen) en ENERGI E2 (Seeland). Door de verregaande vergroening in combinatie met het afstoten van de olie- en gasactiviteiten werd per november 2017 de naam omgedoopt naar Ørsted, een verwijzing naar Hans Ørsted.

Ørsted A/S
Oprichting2006
Oprichter(s)Deense rijksoverheid
SleutelfigurenHenrik Poulsen (CEO)
Marianne Wiinholt (CFO)
Hoofdkantoor Fredericia, Denemarken
Werknemers5638 (in FTE, 2017)
Productenelektriciteit, warmte en gas
IndustrieEnergie
OmzetDKK 59,5 miljard (2017)
WinstDKK 20,2 miljard (2017)
MarktkapitalisatieDKK 142 miljard (31 dec. 2017)
Website(en) orsted.com
(nl) orsted.nl
Portaal    Economie
Windpark op de zandbanken in de riviermonding van de Theems.

Activiteiten

Ørsted produceert elektriciteit en levert deze samen met aardgas aan klanten in Noord-Europa. De activiteiten zijn in drie onderdelen verdeeld:

  • Wind Power: Op land en zee heeft de onderneming veel windmolens geplaatst en dit bedrijfsonderdeel levert veruit de grootste bijdrage aan de winst. Het was in 2014 de grootste producent van windenergie op zee met een aandeel van 35% in de totale Europese capaciteit.[1] In 2017 produceerde dit onderdeel 8,5 TWh aan elektriciteit en dit was voor de eerste keer meer dan de andere centrales van het bedrijf. Vanwege de hoge prijs van windenergie levert dit onderdeel sinds 2013 een hogere omzet dan Bioenergy & Thermal Power.[1] Ørsted verkoopt ook regelmatig belangen in windparken, zogenaamde farm-down, die het heeft ontwikkeld en gebouwd.
  • Bioenergy & Thermal Power: De fossiele elektriciteitscentrales produceren ook warmte. In Denemarken staan negen centrales met een totale capaciteit gelijk aan de helft van het totale opgestelde vermogen in het land.[1] Een derde van alle Deense huishoudens worden verwarmd met water van Ørsted. In 2017 werd 8,2 TWh elektriciteit geproduceerd en 9,0 TWh aan warmte.[2] Circa 30% werd opgewekt met steenkool als brandstof, 27% met aardgas en 42% met biomassa.[2] Het aandeel biomassa wil Ørsted verhogen naar 95% in 2023.[2]
  • Distribution & Customer Solutions houdt zich bezig met de inkoop en verkoop van elektriciteit en aardgas aan klanten. In Denemarken heeft Ørsted een marktaandeel van iets minder dan een derde met betrekking tot gas en stroom.[1] Dit is naar omzet gemeten het grootste onderdeel van Ørsted.

In november 2016 gaf DONG aan alle olie- en gasbelangen te gaan verkopen en zich volledig te richten op hernieuwbare energie.[3] Het bedrijf had nog belangen in tientallen velden in de Noordzee, waaronder een aandeel van 20% in het grote gasveld Ormen Lange, en produceerde in 2016 gemiddeld zo’n 89.000 vaten BOE per dag.[3] De waarde van deze energiebelangen werd geschat op zo’n US$ 2 miljard.[3] In mei 2017 werd bekend dat het Britse bedrijf INEOS de activiteiten gaat overnemen.[4] INEOS betaalde US$ 1,3 miljard en nam ook de verplichting over om de platforms te verwijderen wanneer de velden leeg zijn.[4] Hiermee viel bij Ørsted een voorziening vrij ter waarde van US$ 1 miljard.[4] De verkoop werd op 29 september 2017 definitief.

Nederlandse activiteiten

DONG (het huidige Ørsted) betrad in 2005 de Nederlandse markt door de overname van het leveringsdeel van energiebedrijf Intergas uit Brabant. De Nederlandse tak van DONG leverde in 2007 577 GWh elektriciteit aan ongeveer 41.000 huishoudens, en verkocht 819 miljoen m3 aardgas aan 125.000 huishoudens.[5] In januari 2014 werd bekend dat DONG haar afdeling energy sales en het klantenbestand over gaat doen aan Eneco. Met de verkoop gingen 90.000 klanten en 89 medewerkers over naar de nieuwe eigenaar.[6].[7][8] DONG (Ørsted) wil in Nederland vooral inzetten op het opwekken van windenergie.

In april 2009 kondigde DONG aan het 50% belang in Enecogen van International Power over te nemen. Hiermee werd DONG de nieuwe partner van ENECO in de gasgestookte 870 MW Enecogen centrale in Europoort. De centrale is sinds november 2011 commercieel in gebruik. De centrale heeft een capaciteit om 1,4 miljoen huishoudens van elektriciteit te voorzien. In het tweede kwartaal 2013 heeft DONG haar belang in Enecogen voor 134 miljoen euro afgewaardeerd, vanwege de sombere vooruitzichten voor gasgestookte elektriciteitscentrales in Europa.[9] In 2018 verkocht Ørsted zijn aandeel in Enecogen aan het Amerikaanse Castleton Commodities International (CCI).[10]

In juli 2016 won een consortium onder leiding van DONG de opdracht voor de bouw van windpark Borssele.[11] Het bracht van alle 38 biedingen het winnende bod uit. Voor de kust van Zeeland komen twee windmolenparken, Borssele I en Borssele II, elk met een capaciteit van 350 MW.[11] Ze komen buiten de 12-mijlszone te liggen, op meer dan 22 kilometer van de kust. Het windpark van in totaal 700 MW zal medio 2020 gereed zijn.[11]

Aandeelhouders

De Deense overheid wil haar aandelenbelang reduceren. Er waren al plannen in 2008 voor een beursgang, maar door de kredietcrisis ging dit niet door. In oktober 2013 sloot de overheid een overeenkomst met diverse investeerders.[12] Goldman Sachs Infrastructure Partners zal voor DKK 8 miljard nieuwe aandelen kopen samen met Broad Street Energy Partners welk fonds ook wordt beheerd door Goldman Sachs. Samen krijgen zij een belang van 19% in DONG.[12] Verder koopt het Deens pensioenfonds Arbejdsmarkedets Tillægspension (ATP) een belang van 5% voor DKK 2,2 miljard en het Pension Forsikringsaktieselskab (PFA) koopt 2% van de aandelen voor DKK 0,8 miljard.[12] Met deze transactie daalt het belang van de overheid in DONG van 81% naar 60%.[12] De transactie leidde tot controverses, vooral met betrekking tot het belang van Goldman Sachs.[13] Dit kwam aan het licht toen een alternatief en veel hoger bod van een ander Deens pensioenfonds, PensionDanmark, bekend werd.[13] Verder heeft Goldman Sachs het recht het pakket aandelen terug te verkopen als Ørsted in 2018 geen beursnotering heeft. De voorwaarden waaronder dit gebeurt leidt nauwelijks tot koersrisico voor de Amerikaanse belegger.[13] Op 31 december 2014 had de Deense overheid 59% van de aandelen DONG in handen. Goldman Sachs had een belang van 18% en ATP een belang van 5%.

In september 2015 herlanceerde de Deense overheid het plan om DONG deels naar de beurs te brengen binnen 18 maanden.[14] Het bedrijf blijft wel voor meer dan de helft in handen van de overheid. De maximale beurswaarde wordt geschat op zo’n DKK 70 miljard (9,4 miljard euro).[14] In mei 2016 werd bekend dat de overheid 15% van de aandelen Ørsted naar de beurs in Kopenhagen gaat brengen.[15] Het wordt de grootste introductie in de geschiedenis van de beurs. Na de beursgang houdt de staat nog minstens 50,1% van de aandelen.[15]

Resultaten

In de jaren 2010–2017 heeft het bedrijf zeer wisselende resultaten laten zien. De olie- en gasproductie is gestaag gestegen in deze periode. Verder ligt de nadruk in toenemende mate op groene stroom. De productie hiervan is toegenomen terwijl de productie uit fossiele centrales sterk is gedaald. De resultaten stonden onder druk door dalende elektriciteitsprijzen en extra afschrijvingen op olie- en gasvelden en andere activa. In februari 2014 kreeg het bedrijf zo'n DKK 13 miljard aan extra kapitaal om de solvabiliteit te verbeteren. Daarnaast werden diverse windparken, waaronder een deel van het 252 MW Gode 2 windpark,[16] verkocht en met de opbrengst zijn de schulden afgelost.

Het grote verlies in 2015 werd vooral veroorzaakt door een forse afboeking op de waarde van de olie- en gasactiviteiten. De waarde hiervan daalde scherp na de sterke daling van olieprijzen op de wereldmarkt. In de cijfers van 2016 zijn de olie- en gasactiviteiten al gedeconsolideerd omdat Ørsted ze wil verkopen. De hoge winst in 2016 was mede een gevolg van een incidentele winst op gewijzigde gascontracten en in 2017 leverde de verkoop van de olie- en gasbelangen een forse winst op van circa DKK 6 miljard.[2]

geldbedragen in miljoenen DKK
Jaar[17] Jaaromzet
(in DKK)
EBIT
(in DKK)
Nettoresultaat
(in DKK)
Aantal
werknemers
(in FTE)
Olie- en gasproductie
(in miljoen boe)
Grijze
elektriciteit[18]
Groene
elektriciteit[19]
CO2 uitstoot
per kWh
2010 54.523 8095 4499 5874 24,4 16,2 TWh 4,0 TWh -
2011 56.717 6100 2882 6098 26,4 16,0 TWh 4,4 TWh -
2012 67.179 −3324 −4012 7000 28,5 11,5 TWh 4,6 TWh -
2013 73.105 2041 −993 6496 31,7 13,8 TWh 5,3 TWh 311 gram
2014 67.048 −1227 −5284 6500 41,8 8,7 TWh 5,0 TWh 280 gram
2015 70.843 −7250 −12.084 6674 40,9 7,1 TWh 5,8 TWh 220 gram
2016 61.201 13.877 13.213 5775 36,6 8,4 TWh 6,0 TWh 224 gram
2017 59.504 16.235 20.199 5638 21,4 8,2 TWh 8,5 TWh 151 gram
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.