Dobbelmann

Dobbelmann of Dobbelman is de naam van een Nijmeegse familie die rijk is geworden door de productie van wasmiddel. De eerste fabriek stond aan de Lange Brouwerstraat in de Benedenstad, maar toen deze in 1895 afbrandde werd de productie verplaatst naar een nieuw pand in de wijk Bottendaal, eveneens in Nijmegen. De spelwijze 'Dobbelmann' werd gebruikt tot 1934, toen de onderneming haar naam wijzigde in Dobbelman N.V. en de laatste n verdween.

Affiche uit eind 19e eeuw.

Behalve dat ze wasmiddel produceerde, had de Dobbelmann-familie ook een prominente plek in de Nijmeegse samenleving. Zo zaten leden van de familie onder meer in de gemeenteraad van de stad.

Tegen het eind van de twintigste eeuw werd het Dobbelman-merk opgekocht door Sara Lee en werd de productie verplaatst naar Denemarken. Een deel van de bedrijfsgebouwen in de wijk Bottendaal werd behouden en er werden woningen ontwikkeld.[1]

Bedrijfsgeschiedenis

De zeepziederij bestond in Nijmegen sedert 1733, toen Abraham en Jacob Mist een bedrijf vestigden aan de Lange Brouwerstraat. Deze fabriek werd in 1854 gekocht door de uit Siegburg afkomstige Johann Peter Dobbelmann, groothandelaar in koloniale waren en tabak. Voordien was de fabriek in handen van Van der Heijden. Er werkten 7 mensen en er was reeds een stoommachine, de eerste van Nijmegen. In 1863 begon Franciscus hier de zeepziederij, die Stoomzeepfabriek "Het Anker" werd genoemd, naar een anker in de gevel van het pand. De gebroeders Franciscus en Louis produceerden enkele honderden tonnen zachte zeep per jaar: Ankerwaszeep, Ankerzeeppoeder en Anker Vlokkenzeep.

In 1895 brandde de fabriek af en werd de productie voortgezet in een leegstaande margarinefabriek aan de Graafsestraat (tegenwoordig de Graafsedwarsstraat). De productie nam toe, waarbij veel harde zeep naar het buitenland werd uitgevoerd. Wél kwamen er meer en meer zeepfabrieken, zodat de concurrentie toenam. In 1906 kwam er een syndicaat waarbij 54 van de 59 zeepfabrieken zich aansloten. Er werkten toen in totaal ongeveer 1250 arbeiders waarvan 235 in Gelderland, verdeeld over 6 fabrieken.

Castella zeep
Zeepfabriek Dobbelman, afdeling poederinpak (1969)

Vanaf 1915 kwamen er moeilijke jaren, zoals grondstoftekorten tijdens de Eerste Wereldoorlog en de toenemende concurrentie van multinationals zoals Unilever, dat Sunlightzeep op de markt bracht. Ook de daaropvolgende crisisjaren deden het bedrijf geen goed. Daarom ging men meer aan marketing doen, hetgeen resulteerde in de introductie, in 1934 van het zeepmerk Castella, een naam die refereerde aan het ingrediënt (Spaanse) olijfolie.Voorts werd de bedrijfsnaam "Dobbelmann" veranderd in "Dobbelman". Naast huishoudzeep werd ook scheerzeep onder de merknaam Castella verkocht. De "Castella-kopjes" konden worden gespaard voor geschenken.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef de fabriek, waar 250 mensen werkten, vrijwel ongedeerd. Men maakte nu het wasmiddel Lavandine, bestaande uit klei en een aardolieproduct, Teepol, dat van Shell betrokken werd. Na de bevrijding nam de omzet aan zeep, shampoo, waspoeders en tandpasta toe. De plastic wasmandjes en emmers die als geschenk werden geleverd, waren populair. Dankzij het Marshallplan kon men nieuwe machines kopen en in 1953 verkreeg men het predicaat: "Koninklijke" en ging Koninklijke Dobbelman N.V. heten.

Na 1965 nam de Europese concurrentie toe en dit noopte het bedrijf een koper te zoeken. Zowel Unilever als Procter & Gamble deden een bod, dat echter werd afgewezen daar de werkgelegenheid niet veilig werd gesteld. Uiteindelijk werd het bedrijf in 1968 gekocht door Koninklijke Zout Organon, dat reeds Kortman & Schulte binnen de groep huishoudelijke producten had. Het was de naam Kortman & Schulte die het bedrijf nu ging voeren. Ontslagen bleven echter niet uit.

In 1969 ging men ook Biotex produceren. Het Castella-assortiment verdween en men produceerde nog slechts waspoeder. Marketing en administratie verhuisden naar Loda in Breda. In 1970 kwamen Loda, Kortman & Schulte, en Dobbelman onder één directie en gingen verder onder de naam ACP. Dit trad uit AKZO en zocht aansluiting bij Douwe Egberts dat in 1978 in handen kwam van de Amerikaanse Sara Lee Corporation.

Na 1990 liep de werkgelegenheid verder terug, en wel van 170 naar 72 medewerkers. Men ging een halffabricaat van Henkel betrekken, waarbij weliswaar het bedrijf gerenoveerd werd maar ook de werkgelegenheid verder terugliep. In 1999 vond Sara Lee het nodig om de productie naar Denemarken over te plaatsen en sloot de fabriek.

Het Dobbelmanterrein in de wijk Bottendaal werd geherstructureerd. De schoorstenen bleven behouden als industrieel monument en ook het Biotexgebouw kon worden behouden en werd omgebouwd tot wooncomplex. Ook de nieuwe architectuur op het terrein verwijst naar het industriële verleden.

Zie ook

Zie de categorie Dobbelmann van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.