Dissociatie (psychologie)

Dissociatie, een term uit de psychologie en psychiatrie, is een geestesgesteldheid waarin bepaalde gedachten, emoties, waarnemingen of herinneringen buiten het bewustzijn worden geplaatst, tijdelijk niet 'oproepbaar' zijn of minder samenhang vertonen.

Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Letterlijk betekent dissociatie 'ontkoppeling' of 'uiteenvallen'. Het is een zeer alledaags verschijnsel: iedereen verliest bijvoorbeeld weleens de aandacht voor zijn omgeving als hij zeer geconcentreerd met iets bezig is en iedereen heeft weleens een dagdroom. In deze zin is het gewoon een mechanisme om tot rust te komen, een afweermechanisme.

Polderblindheid

Een veel voorkomende vorm is het fenomeen waarbij iemand op de 'automatische piloot' een auto bestuurt, maar opeens bijna thuis is en een groot deel van de weg onbewust heeft afgelegd. Dit wordt polderblindheid genoemd. Men schrikt als het ware wakker, terwijl men al wakker was en zelfs auto reed. Ook het helemaal opgaan in een boek, film, tv-programma of muziek zijn voorbeelden. Dissociatie komt ook voor als gevolg van vermoeidheid. Dit kan zowel lichamelijke vermoeidheid zijn, maar ook in periodes van grote psychische spanning kan er dissociatie optreden.

Religieuze trance

In vrijwel alle godsdiensten komt trance voor. Het "schommelen" tijdens het gebed van de joden, het rondjes draaien van de derwisjen in de islam, het telkens herhalen van een mantra

Dissociatieve stoornissen

Dissociatie kan een onderdeel zijn van een psychische aandoening. Als dissociatie hiervan het belangrijkste kenmerk is, spreekt men van dissociatieve aandoeningen of dissociatieve stoornissen. Als een persoon in een ernstig bedreigende situatie komt, niet kan vluchten en niet kan vechten, dan kan de menselijke geest zich tijdelijk onttrekken aan de realiteit die onacceptabel is. Bij herinneringen aan ernstige gebeurtenissen jaren later, kan ook dissociatie optreden, het even 'weg' zijn om te voorkomen dat men het herinnert. Dissociatie komt onder meer voor als symptoom van posttraumatische stressstoornis (PTSS). De geestesgesteldheid werd als eerste beschreven door de Franse psychiater Pierre Janet. Janet nam de verhalen over incest die zijn patiëntes hem vertelden, serieus. Hij gebruikte hypnose om de weg gedissocieerde herinneringen naar boven te halen. Zijn tijdgenoot Sigmund Freud volgde hem aanvankelijk daarin, maar ging later de verhalen van patiënten als fantasie beschouwen.[1] Ook de grote hysterische aanval, die Jean-Martin Charcot in dezelfde periode bij een patiënte demonstreerde, was waarschijnlijk een dissociatief verschijnsel.

Hypnose

Hypnose is het opwekken van een dissociatieve trance. De doeleinden zijn tweeërlei;

  • variété en show. De hypnotiseur laat bijvoorbeeld een vrijwilliger zich gedragen als een huisdier enzovoort. Er bestaan nogal wat, onder andere ethische, bezwaren hiertegen.
  • psychotherapie. Tegen traumatische herinneringen kan het behulpzaam zijn de gebeurtenissen onder hypnose te laten beleven en eventueel te wijzigen, te reframen.

Het vermogen onder hypnose gebracht te worden, verschilt van mens tot mens. Met hypnose is het mogelijk, het gedrag, de klachten en de voorkeur en smaak ook buiten de hypnose te beïnvloeden.[2]

Een andere betekenis van het begrip dissociatie komt men ten slotte tegen in de neuropsychologie. Hier heeft het betrekking op verschillende onderzoekstechnieken om vast te stellen welke hersengebieden betrokken zijn bij specifieke gedragsstoornissen.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.