Dirck van Os

Hij was de zoon van een tapijtwever uit 's-Hertogenbosch, die naar Antwerpen was verhuisd. Daar dreef hij een glasblazerij. Na de Val van Antwerpen, waar Dirck van Os als kapitein van schutterij betrokken was bij de overgave van de stad aan de hertog van Parma, verhuisde hij naar Middelburg. In 1588 trouwde hij met Margretha van de Piet.[1] Van Os werkte samen met zijn broer Hendrick: ze handelen in traan, leer, graan en edelstenen.[2] Hun schepen voeren voornamelijk op de Levant en naar steden aan de Oostzee. Samen met Isaac le Maire liet hij in 1595 zout halen in Setubal, dat naar Archangelsk is getransporteerd.

In 1602 was hij een van de oprichters van de VOC en behoorde hij tot de eerste bewindhebbers van de VOC-Kamer Amsterdam. Belangstellenden konden bij hem thuis aan de Nes geld toezeggen. Met 47.000 gulden was hij zelf een van de grootste investeerders.[3] Het tot 2010 als oudst bekendstaande aandeel ter wereld, gedateerd 27 september 1606, is mede door hem ondertekend. Met Jacob Poppen, Arent ten Grootenhuys en Pieter C. Boom vroeg hij in 1607 octrooi aan om de Beemster droog te malen.[4] Hij verwierf ruim 1/7 van de grond.

Van Os was betrokken bij de expeditie van Henry Hudson om een alternatieve route naar de Oost te zoeken. In 1613 en 1615 onderhandelde hij in Engeland over de East India Company. Zijn portret hangt in het Stedelijk Museum Alkmaar.[5]

Zijn zoon Dirk werd na het overlijden van zijn vader hoofdingeland en was van 1618 tot 1666 dijkgraaf van de Beemster.

Het Oude Stadhuis van Amsterdam, dat in 1609 onderdak bood aan de Amsterdamse Wisselbank. Door Pieter Janszoon Saenredam, 1657.

Het (VOC) aandeel, ondertekend door Dirck van Os en Arent ten Grotenhuys, 1606

Het scheepswerfterrein van de VOC op Oostenburg in Amsterdam.

• Portret Dirck van Os