Dikkopslang
De dikkopslang[1] (Dipsas indica) is een slang uit de familie Dipsadidae.[2]
Dikkopslang | ||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||
| ||||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||||
Dipsas indica Laurenti, 1768 | ||||||||||||||||
Afbeeldingen Dikkopslang op | ||||||||||||||||
Dikkopslang op | ||||||||||||||||
|
De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Josephus Nicolaus Laurenti in 1768. De slang behoorde lange tijd tot de familie gladde slangen (Colubridae).
Uiterlijke kenmerken
Het slanke lichaam heeft een opvallend gekielde rug, een afgeronde kop, een stompe snuit en grote ogen. De kaken zijn zodanig gebouwd, dat de onderkaak achter- en voorwaarts bewogen kan worden zonder dat de bovenkaak beweegt. Mannetjes zijn over het algemeen iets kleiner dan de vrouwtjes en hebben naar verhouding langere staarten.
Leefwijze
Het voedsel van deze in bomen levende, nachtactieve slang bestaat voornamelijk uit slakken, die het dier dankzij de speciaal aangepaste kaken uit hun huisje kan halen. Overdag rust het dier in een boomholte. Deze slang is eierleggend.
Verspreiding en ondersoorten
Deze soort komt voor het noorden van Zuid-Amerika.
Er worden twee ondersoorten erkend, die verschillen in uiterlijk en verspreidingsgebied.
- Ondersoort Dipsas indica indica
- Ondersoort Dipsas indica ecuadoriensis
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties
Referenties
Bronnen
|