Desmet Studio's Amsterdam

In 1879 opende Gustave Prot zijn eigen theater in de Plantage. Hij was op jonge leeftijd met de Franse opera naar Amsterdam gekomen en trad sinds 1874 met een eigen gezelschap op in Frascati in de Nes. Het theater in de Plantage noemde hij ook Frascati. In de volksmond werd het echter Prot genoemd, naar de eigenaar. De kleine schouwburg met zijn zaalplaatsen en zijn ene galerij was bijna elke avond uitverkocht. Elke première was een belevenis voor het publiek dat voor zijn gulden genoot van zang en spel van de artiesten, maar ook vooral van de mooie decors, die de heer Prot geholpen door zijn zoon voor elke eerste voorstelling schilderde.

Toen in 1891 de Artis Schouwburg werd opgericht leek het even of het met Prot was gedaan. De schouwburg moest sluiten, maar niet voor lang. Toen in 1895 de Artis Schouwburg failliet ging brak er opnieuw een gouden tijd aan. Prot werd verbouwd en vergroot.

Tot 1912 blijft de zoon van Gustave Prot in de directie, dan biedt hij het theater te koop aan omdat hij zelf rustig wil gaan leven. De vroegere bureaulist van het Grand Simons wordt voor Fl. 118.000,- eigenaar. Op 1 september was er een feestelijke heropening met Het Cafétje van Tristan Bernhard.

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog loopt het bezoek schrikbarend terug, ondanks het succes van de dan lopende revue Mobilisatie waarin de geliefde Amsterdamse komiek Kelly schitterde, maar als deze ziek wordt en overlijdt is het snel gedaan met de schouwburg van Prot. Er treden nog wel kleine gezelschapjes op, maar het theater raakt in verval en komt al spoedig leeg te staan.

In 1927 wordt het theater aangekocht door Jacques van Hoven. Hij was in 1926 getrouwd met de bekende actrice Rika Hopper en zo werd het theater naar haar genoemd. Het sterk verouderde gebouw werd onder leiding van de architect Jan Frederik Staal ingrijpend verbouwd en in september 1930 geopend, comfortabel en naar de eisen van die tijd. Bij het éénjarig bestaan in 1931 Voor hardhorenden was een speciale installatie aangebracht, zodat ook het gesproken woord duidelijk hoorbaar was. In die tijd iets heel bijzonders. Men hoefde ook niet meer op houten banken te zitten, maar mocht plaatsnemen op moderne vieux-rose stoelen. Jaren van succes volgden en menig binnen- en buitenlands gezelschap vierde er succes.

In 1938 werd de eigenaar van het Rika Hopper Theater, Jacques van Hoven, failliet verklaard. Dhr. Sellmeijer zette het beleid voort onder een nieuwe naam. In het geboortejaar van Beatrix, 1938, werd de naam Rika Hopper Theater veranderd in Beatrixtheater. Vanaf september 1941 mochten alleen Joden het theater bezoeken, en werd het theater, van de niet-Joodse directeur Sellmeijer, het "Theater van de Lach" genoemd. In het voorjaar van 1942 werd het gesloten.

Van 1944 tot 1946 beleefde het theater nog een kortstondige bloeiperiode als het Hortustheater.

In 1946 wordt onder de naam Desmet het pand opnieuw geopend als bioscoop, aangekocht door Theo Desmet en vernoemd naar zijn oom filmdistributeur en -pionier Jean Desmet (1875-1956). Tot 1997 was bioscoop Desmet / Cine D. een van de meest populaire arthouse / off-circuit cinema’s van Amsterdam.

Na een grondige verbouwing opent in 2001 Desmet Studio’s haar deuren en hebben er vele radio-en televisie opnames en live uitzendingen plaatsgevonden en dit loopt tot op de dag van vandaag nog steeds door. Naast de broadcastfaciliteiten is Desmet Studio’s ook in gebruik als locatie voor de meest uiteenlopende events; feesten & borrels, viewings, concerten, trainingen, bruiloften, seminars, bijeenkomsten, CD-, boek- en productpresentaties etc.

• 
  Desmet Studio’s