De Nationale Opera

De Nationale Opera (voorheen De Nederlandse Opera) is een Nederlands operagezelschap, onderdeel van Nationale Opera & Ballet, gevestigd te Amsterdam.

Nationale Opera & Ballet bespelen het Muziektheater aan de Amstel.
De zaal van het Muziektheater.
De Nederlandse Opera in 1962

Geschiedenis

Na de Tweede Wereldoorlog werd de Nederlandse Opera opgericht, een repertoiregezelschap met een vast ensemble. Het gezelschap ging op tournee door het hele land met het accent op Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. De Stadsschouwburg van Amsterdam was hun thuisbasis. In 1964 kreeg de Opera de naam De Nederlandse Operastichting. Tevens veranderde de aard van het gezelschap: het werd een stagionegezelschap: voor iedere productie werden andere solisten en een ander artistiek team aangetrokken. Op 17 november 1965 speelden ze hun eerste productie: Der Rosenkavalier van Richard Strauss.

In 1986 vond een grote verhuizing plaats: de thuisbasis, de Stadsschouwburg Amsterdam, werd ingeruild voor een nieuw theater aan de Amstel: Het Muziektheater. Vanaf dat moment heette het gezelschap De Nederlandse Opera (DNO) en was het een van de vaste bespelers van het Muziektheater, naast Het Nationale Ballet. Op 17 februari 2014 fuseerden beide gezelschappen en sindsdien opereert De Nederlandse Opera onder de naam De Nationale Opera, als onderdeel van Nationale Opera en Ballet.

Organisatie

In 1971 werd Hans de Roo de eerste intendant. Hij werkte veelvuldig samen met sopraan Cristina Deutekom. In 1976 wint De Roo de Prijs van de Vereniging van Nederlandse theatercritici, voor het artistieke beleid dat hij bij de opera voert.

In 1985 wordt het Nederlands Philharmonisch Orkest opgericht, dat sindsdien een groot deel van de opera's begeleidt. In hetzelfde jaar neemt Hans de Roo afscheid, en wordt Jan van Vlijmen de nieuwe intendant. In 1986 treedt Hartmut Haenchen aan als chef-dirigent. In 1987 wordt Truze Lodder tot zakelijk directeur benoemd.

In 1988 werd Pierre Audi (1957) de artistiek directeur van het gezelschap, sinds 1 januari 2013 is hij directeur van De Nationale Opera. In totaal werken ongeveer honderd mensen in vaste dienst bij De Nationale Opera. Zo heeft DNO een eigen koor, dat bestaat uit circa zestig leden. De andere medewerkers zijn werkzaam op de diverse afdelingen, zoals Dramaturgie, Artistieke Zaken, Communicatie en Planning. Decors, kostuums, pruiken en rekwisieten worden in eigen ateliers ontworpen en gemaakt. Deze bevinden zich in het Muziektheater en in het decoratelier in Amsterdam-Zuidoost. In de ateliers en op andere afdelingen van De Techniek van Nationale Opera & Ballet, zoals de toneeldienst, belichting en bij de voorstellingsleiding, werken in totaal circa 250 personen.

In 2018 nam Audi afscheid, en werd hij vervangen door Sophie de Lint. Audi was met zijn dertig jaar de langst zittende opera-directeur ter wereld.

De Nationale Opera produceert per jaar gemiddeld elf producties. De meeste voorstellingen worden gegeven in Nationale Opera & Ballet (voorheen Het Muziektheater Amsterdam): regelmatig zijn opera's te zien in de Stadsschouwburg Amsterdam, Koninklijk Theater Carré, op het terrein van de Westergasfabriek en in het Muziekgebouw aan 't IJ. Over het algemeen is het bezettingspercentage van de voorstellingen bijna honderd procent. Vaak staat per seizoen een operaproductie geprogrammeerd in coproductie met het Holland Festival. Ook hebben ze sinds 2016 het 'Opera Forward Festival', waar het gezelschap meerdere moderne, en vaak nieuwe opera's presenteert in verschillende theaters in Amsterdam.

In 2016 won DNO de Opera Company of the Year Award.[1]

De directie bestaat uit Sophie de Lint (directeur), Els van der Plas (algemeen directeur) en Marc Albrecht (chef-dirigent).

Chef-dirigent

Intendant

  • Maurice Huisman (1965-1969)
  • Hans de Roo (1971-1985)
  • Jan van Vlijmen (1985-1988)
  • Pierre Audi (1988-2019)
  • Sophie de Lint (2019-heden)

Lunchconcerten

Wekelijks verzorgt De Nationale Opera lunchconcerten in de publieksfoyer. Op het repertoire staat vocale en instrumentale muziek in kleine bezetting. Deze concerten vinden elke dinsdagmiddag plaats en zijn gratis toegankelijk.

Opera Forward Festival

Sinds 2016 organiseert de DNO jaarlijks het Opera Forward Festival, waarbij in meerdere Amsterdamse theaters moderne opera's worden geproduceerd. Zo zijn er, naast in het Nationale Opera en Ballet, ook producties te zien in het Stadsschouwburg Amsterdam, het Compagnietheater, Muziekgebouw aan 't IJ en het Westergastheater. Het festival biedt, naast vooral opera's uit de twintigste en eenentwintigste eeuw, ook plek aan nieuw gecomponeerde opera's. Premieres waren er van onder meer Mohammed Fairouz (New Prince, 2017), Daniel Bernard (We Shall Not Be Moved, 2018), George Benjamin (Girls of the Golden West, 2019) en Micha Hamel (Caruso a Cuba, 2019).

Gastprogrammering

Regelmatig treedt De Nationale Opera op in buitenlandse operahuizen en op buitenlandse festivals. Zo was het gezelschap te gast in de Brooklyn Academy of Music en op het Lincoln Center Festival in New York, op het Adelaide Festival in Australië, alsook op de Salzburger Festspiele, in Luxemburg, Tokio en Valencia. Ook programmeert De Nationale Opera met enige regelmaat producties van andere operahuizen.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.