Dan (graad)

Het dan-systeem (Japans: 段, dan) is een manier om (hogere) niveaus aan te geven binnen Japanse sporten en kunsten. In de westerse wereld is de graad vooral bekend uit Japanse vechtsporten (budo), maar het kan ook gaan om een graad in het bordspel Go, waar het systeem oorspronkelijk voor was ontwikkeld in de Edoperiode. Het systeem werd overgenomen door Jigoro Kano, de oprichter van judo, en later door andere vechtsporten.

In het judo is de oprichter Jigoro Kano de enige die de elfde en twaalfde dan behaalde.[1][2][3] Andere judoka's hebben geen hogere graad behaald dan de tiende dan, hoewel Kano dit praktisch niet voor onmogelijk hield. De allerhoogste graden worden toegekend aan personen die op een bijzondere manier verdienstelijk zijn geweest voor de betreffende sport of kunst.

Japan

Niveaus worden aangegeven met gekleurde riemen of banden met strepen.

Binnen de meeste vechtsporten/vechtkunsten van Japanse origine wordt een bandensysteem gehanteerd, waarbij gekleurde banden het niveau van de drager aangeven. Naast de verschillende kleuren banden (Japans: kyu) bestaat er nog een ander systeem om niveaus aan te geven: het dan-systeem. Zodra een beoefenaar van een vechtkunst/vechtsport zijn zwarte band haalt, betekent dit dat hij bewezen heeft de basis te kennen. Men zou kunnen stellen dat het onder de knie krijgen van de beoefende stijl bij het behalen van de eerste dan (zwarte band) pas echt begint.

De dan-graden binnen de vechtkunsten werden het eerste geïntroduceerd door dr. Jigoro Kano, de grondlegger van het Judo. Dr. Kano wilde voor het judo een gradensysteem wat aansloot bij het gradensysteem dat op Japanse scholen gebruikt werd. Daar werden bij de verschillende sporten, bijvoorbeeld het zwemmen, al gebruikgemaakt van een systeem met verschillende kleuren om de rang van de sporter aan te geven.

Japanse termen

In het Japans worden de Dan-graden met de volgende termen aangeduid:

  1. Shodan (初段) - Eerste Dan - Senpai
  2. Nidan (二段) - Tweede Dan - Senpai
  3. Sandan (三段) - Derde Dan - Sensei
  4. Yondan (四段) - Vierde Dan - Sensei
  5. Godan (五段) - Vijfde Dan - Shihan
  6. Rokudan (六段) - Zesde Dan - Shihan
  7. Nanadan (七段) - Zevende Dan, ook wel Shichidan genoemd - Shihan
  8. Hachidan (八段) - Achtste Dan - Hanshi
  9. Kudan (九段) - Negende Dan - Hanshi
  10. Jūdan (十段) - Tiende Dan - Kaicho of Sosai

Over het algemeen mag iemand zich sensei noemen vanaf Sandan (三段) - Derde Dan. Deze graad wordt gezien als de Dan-graad vanaf welke men les kan geven. Echter is het in de praktijk meestal zo, dat eenieder met een dan graad aangeduid wordt met sensei, en deze ook les mag geven (aan bijvoorbeeld beginners of jeugd). Judoka Anton Geesink ontving in 1986 als eerste Europeaan de Kudan (九段) - Negende Dan. In oktober 1997 verkreeg hij de Jūdan (十段) - Tiende Dan, waarmee hij een van de hoogst gegradueerde judoka's ter wereld werd: hij was een van de twintig mensen aan wie tot nu toe (sinds 1935) de tiende dan werd toegekend, en een van de vier judoka's buiten Japan met deze kwalificatie. In 2008 was Jaap Nauwelaerts de Agé de negentiende. In 2010 was George Kerr de twintigste ontvanger van de Jūdan.

Korea

Ook binnen veel Koreaanse vechtkunsten wordt gebruikgemaakt van dan-graden. De graden voor het behalen van de eerste dan worden in het Koreaans gup (급) genoemd. Dan-graden worden ook met dan (단) aangeduid. Dan-graden deden hun intrede pas in de Koreaanse vechtkunsten ten tijde van de Japanse bezetting (1910-1945) toen Japanse vechtsporten zoals Judo en Kendo in Korea werden geïntroduceerd. Koreaanse stijlen kenden tot die tijd geen graden-systeem. Tegenwoordig maken ook traditionele Koreaanse vechtkunsten, zoals Taekgyeon, gebruik van een dan-graden systeem.

Sommige Koreaanse stijlen, zoals WTF Taekwondo, gebruiken voor jonge beoefenaars ook nog een systeem van poom (품) graden. Beoefenaars die nog geen 15 jaar oud zijn, kunnen geen dan examen afleggen. Voor deze beoefenaars zijn er na het behalen van de laatste gup nog vier poom graden die doorlopen kunnen worden. Nadat men de leeftijd van 15 jaar heeft bereikt, worden de poom-graden omgezet in dan-graden. Bij sommige organisaties moet men dan echter eerst nog een extra examen afleggen. Tot de leeftijd van 18 jaar kan men poom examens afleggen.

Koreaanse termen

Koreanen gebruiken de Sino-Koreaanse telling voor de dan graden;

  1. Il dan (일단) - Eerste dan, ook wel cho dan (초단 hanja: 初段)
  2. Ee dan (이단) - Tweede dan
  3. Sam dan (삼단) - Derde dan
  4. Sa dan (사단) - Vierde dan
  5. O dan (오단) - Vijfde dan
  6. Yuk dan (육단) - Zesde dan
  7. Chil dan (칠단) - Zevende dan
  8. Pal dan (팔단) - Achtste dan
  9. Gu dan (구단) - Negende dan

Dan-houders worden in het Koreaans yudanja (유단자) genoemd. De tiende dan komt bij veel Koreaanse vechtsporten niet voor, toch zijn er organisaties die wel de tiende dan (십단) uitreiken.

In ITF Taekwon-Do worden de volgende clusteringen van dangraden aangehouden:

  • Boosabum - assistent-instructeur, 1e t/m 3e dan
  • Sabum - instructeur, 4e t/m 6e dan
  • Sahyun - meester, 7e en 8e dan
  • Saseong - grootmeester, 9e dan

China

Tegenwoordig maken ook Chinese stijlen sporadisch gebruik van het dan-systeem.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.