Cornelis de Wolff
Cornelis de Wolff (Middelburg, 9 april 1865[1] – Wageningen, 31 maart 1909[2]) was een Nederlands muziekdocent en in bescheiden mate componist.
Cornelis de Wolff
| ||||
Plaats uw zelfgemaakte foto hier | ||||
Geboren | 9 april 1865 | |||
Overleden | 31 maart 1909 | |||
Land | ||||
Nevenberoep | muziekpedagoog | |||
|
Hij werd geboren binnen het bakkersgezin van Charles Johannes de Wolff en Teuntje Baan. Hij huwde Klasina Brandt, voor wie dit het tweede huwelijk was. Het echtpaar bleef voor zover bekend kinderloos.
Naast zijn activiteit als muziekdocent en componist vulde De Wolff zijn tijd met het leiding geven aan een zangvereniging in Wageningen. Hij dirigeerde in 1900 het "Gemengd Koor" uit Wageningen aan het oratorium Elias van Felix Mendelssohn-Bartholdy. Het jaar daarop, in 1901, gaf De Wolff leiding aan een meer dan veertigkoppig koor, dat zijn cantate ten gehore bracht ter gelegenheid van het sanatorium behorende bij Oranje Nassau's Oord.
Er verschenen van zijn hand:
- een fantasie voor orgel en orkest
- Miniaturen voor piano, uitgegeven door De Algemene Muziekhandel (Goede morgen, Kinderlijk smeeken, Goed geluimd, Kruidje roer me niet, Avondliedje, Altijd melankoliek, Altijd vrolijk, Ernstige vraag, Scherzo, Tweezang en Studie)
- Nieuw miniaturen, uitgegeven door De Algemene Muziekhandel (Spinwiel, Pronkjuweeltje, In goed humeur, Humoreske, Monment musical, Morgenwandeling, Er was eens en Snaterbekje)
- Drei Lieder für eine Singstummer mit Klavier (Der Eichwald, Abendfreide en Frühling), uitgegeven door Alsbach in Amsterdam
- Two songs by Alfred Tennyson voor mezzosopraan: Break, break, break en A farewell
- Drie Lieder für eine Singstimme mit Klavier (Mutter, Herbstabend, Wiegenlied), uitgegeven bij Alsbach in 1907
- Zomernacht, verschenen bij De Algemeene Muziekhandel
Bronnen, noten en/of referenties
|