Computergeheugen

Een indeling naar de manier waarop geheugen in een computer is geïmplementeerd:

• read-only memory (ROM) - geheugen dat alleen gelezen kan worden;
• programmable read-only memory (PROM) - geheugen dat slechts eenmalig beschreven kan worden en daarna alleen nog maar gelezen;
• erasable programmable read-only memory (EPROM) - PROM met wismogelijkheid, daardoor herprogrammeerbaar (met EPROM-programmer);
• electrically erasable programmable read-only memory (EEPROM) - geheugen dat elektronisch opnieuw geschreven kan worden (zonder uit de schakeling gehaald te hoeven worden);
• random-access memory (RAM) - geheugen dat zowel gelezen als beschreven kan worden. RAM-geheugen vormt de basis voor het werkgeheugen van de computer.

Daarnaast zijn er nog verschillende vormen van extern geheugen zoals:

• harde schijf
• diskettes
• cd-roms
• digital versatile disc (dvd)
• magneetband
• SD-kaart
• USB-stick

Vluchtig geheugen verliest de opgeslagen gegevens als de computer wordt uitgeschakeld, niet-vluchtig geheugen behoudt ook dan de gegevens.

Oudere vormen van opslag die nu nauwelijks meer gebruikt worden, zijn:

• ponsband
• ponskaarten
• ringkerngeheugen
• trommelgeheugen

De soorten geheugen die een computer heeft zijn te rangschikken aflopend in snelheid en kosten per opgeslagen byte:

• registergeheugen
• processorcache
• random-access memory
• harde schijf
• secundaire opslag (cd, dvd, magneetband)

Veel componenten in een moderne personal computer (pc) bevatten zelf ook geheugen en soms een eigen processor. Veel hardeschijfcontrollers zijn voorzien van een cachegeheugen en videokaarten zijn in het algemeen voorzien van een ruime hoeveelheid videogeheugen.

• Holografisch geheugen

Zie de categorie Computer memory van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.