Charlotte Corday d'Armont
Marie Anne Charlotte Corday d'Armont (Ligneries (Écorches), 27 juli 1768 – Parijs, 17 juli 1793) vermoordde op 13 juli 1793 revolutionair, links-extreme politicus en journalist Jean-Paul Marat in zijn bad. Marat op zijn beurt wordt mede-verantwoordelijk geacht voor de vervolging van en moord op duizenden vermeende tegenstanders van de Franse revolutie.
Charlotte Corday d'Armont
| ||
Charlotte Corday, op haar verzoek geschilderd door Jean-Jacques Hauer, enkele uren voor haar executie. | ||
Algemene informatie | ||
Volledige naam | Marie Anne Charlotte Corday d'Armont | |
Geboren | Écorches, 27 juli 1768 | |
Overleden | Parijs, 17 juli 1793 | |
Doodsoorzaak | Geëxecuteerd onder de guillotine | |
Bekend van | Moord op Jean-Paul Marat (13 juli 1793) |
Daad
Corday was zelf revolutionair gezind en een enthousiast aanhanger van de fractie van de girondijnen. Marat maakte deel uit van een radicale factie van de jakobijnen, die bloedige moordpartijen aanrichtte tijdens de eerste fase van de Franse Revolutie (Septembermoorden (1792)). Marats fanatisme en meedogenloosheid beangstigde Corday en zij besloot hem te doden om erger te voorkomen. Ze ging bij hem thuis, werd binnengelaten, en terwijl hij de namen van contrarevolutionairen die ze hem dicteerde opschreef, stak ze een keukenmes in zijn borst. Tijdens de rechtszaak die volgde op de moord verklaarde zij: 'Ik heb één man omgebracht om er 100.000 te redden'. Vier dagen na Marats dood werd zij geëxecuteerd onder de guillotine.
In de kunst
De aanslag van Corday inspireerde schilders tot ver in de 20e eeuw. De eerste was Jacques-Louis David (1748-1825) met zijn schilderij De dood van Marat. De Nederlands-Franse schilder Ary Scheffer maakte op zijn beurt omstreeks 1830 het schilderij De arrestatie van de Charlotte Corday dat in het Musée des Beaux Arts in Grenoble hangt.
Aanvankelijk werd Marat vereerd als een martelaar, maar enkele jaren later kreeg Corday postume erkenning om haar opoffering om het land van een monster te bevrijden. Deze visie wordt weergegeven in het schilderij Charlotte Corday van Paul-Jacques-Aimé Baudry (1828-1886). Corday wordt daarop afgebeeld als een nationale heldin van Frankrijk, zoals de landkaart achter haar moet symboliseren.
- David, 1793: Corday afwezig, behalve de brief die haar toegang verschafte
- Baudry, 1860: Davids versie 90° gedraaid
- Jules Aviat, 1880
- Weerts, ca. 1882
- Ary Scheffer, 1830: arrestatie
- Mélina Thomas, 1836: Corday tijdens haar ondervraging
- Julian Story, 1882: Corday in het rode kleed van de moordenaars
- Monvoisin, vóór 1870: in gevangenschap
- Arturo Michelena, 1889: Corday verlaat haar cel. De schilder is klaar en de cipier steekt een pijp op.
- Fleury, vóór 1912: moordbesluit, lezend in Parallelle Levens
Peter Benoit componeerde in 1876 een opera over de moord van Corday.
Trivia
Na haar executie onder de guillotine zouden op het gelaat van Corday nog tekenen van leven zijn bespeurd. Deze anekdotische waarneming voedde het omstreden vermoeden dat een van de romp gescheiden hoofd nog enige tijd zou "leven"'.[1][2][3][4][5]
Zie ook
Externe links
Voetnoten
Zie de categorie Charlotte Corday van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |