Caribische lamantijn

De Caribische lamantijn (Trichechus manatus) is een lamantijn (geslacht Trichechus) en het grootste lid van de aquatische zoogdierenorde Sirenia, de zeekoeien. Alternatieve namen voor de soort zijn Amerikaanse manatee of Floridamanatee. De Floridamanatee wordt ook wel gezien als een ondersoort (Trichechus manatus latirostris) van de Caribische lamantijn. De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus,[2] die de naam manatus ontleende aan de naam die veel auteurs vóór hem aan het geslacht gaven (door Linnaeus Trichechus genoemd).

Caribische lamantijn
IUCN-status: Kwetsbaar[1] (2008)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Sirenia (Zeekoeien)
Familie:Trichechidae
Geslacht:Trichechus (Lamantijnen)
Soort
Trichechus manatus
Linnaeus, 1758
Verspreidingsgebied van de Caribische lamantijn
Afbeeldingen Caribische lamantijn op Wikimedia Commons
Caribische lamantijn op Wikispecies
Portaal    Biologie
Zoogdieren
Caribische lamantijn aan de wateroppervlakte
Caribische lamantijn met jong

Anatomie

Net als de andere lamantijnen is de Caraïbische lamantijn geheel aan een leven onder water aangepast. Het dier heeft geen achterste ledematen, en een dunne vacht over het gehele lichaam. Deze dient ter vermindering van de ontwikkeling van algen op de huid. De gemiddelde Caraïbische lamantijn is ongeveer 2,5 tot 4,5 meter groot[3] en tussen de 200 en 600 kg zwaar. Er zijn echter ook exemplaren van 1500 kg waargenomen. De vrouwtjes zijn over het algemeen groter dan de mannetjes. De grote staart dient voor de voortstuwing. De voorpoten worden gebruikt als peddels, om over de bodem te lopen of voedsel vast te houden.

Leefgebied

De Carabische lamantijn leeft in de ondiepe kustgebieden van West-Indië. Door grote veranderingen in de zoutheid van het water trekken de dieren soms naar ondiepe rivieren en estuariums. De Caraïbische lamantijn kan alleen in tropische en subtropische gebieden overleven ten gevolge van een extreem lage metabolische waarde en de dunne laag lichaamsvet. In de zomer trekken de zoogdieren noordwaarts, soms tot aan Rhode Island.

Leefwijze

Caribische lamantijnen zijn, in tegenstelling tot wat hun logge lichaamsbouw doet vermoeden, verrassend beweeglijk in het water. De dieren kunnen in het water salto's maken en koppetje duiken. Lamantijnen zijn niet territoriaal en vermijden de aanwezigheid van roofdieren. Ze hebben zich dan ook vooral ontwikkeld in gebieden zonder natuurlijke vijanden.

Grote volwassen Caribische lamantijnen kunnen op één dag bijna 100 kg zeegrassen en andere waterplanten verorberen. De kiezen waarmee ze de planten fijnmalen, worden verschillende malen tijdens hun leven vervangen. Het is ook bekend dat Caraïbische lamantijnen ongewervelde dieren en vis eten.

Voortplanting

Hoewel vrouwelijke Caraïbische lamantijnen voornamelijk solitair leven, ontmoeten mannetjes en vrouwtjes elkaar in de bronsttijd. De meeste vrouwtjes zijn geslachtsrijp tussen de leeftijd van zeven en negen jaar, maar soms komt het voor dat een vrouwtje van vier jaar al voor nakomelingen kan zorgen. De incubatietijd duurt twaalf tot veertien maanden. Normaal wordt er één kalf geboren, alhoewel tweelingen ook mogelijk zijn. Het jong wordt geboren met kiezen en valse kiezen, die het dier toestaan binnen enkele weken na geboorte zelf zeegrassen te eten.

Relatie tot de mens

Er wordt al honderden jaren op de Caraïbische lamantijn gejaagd voor het vlees en de huid. Deze praktijk heeft zich in Centraal- en Zuid-Amerika tot op de dag van vandaag voortgezet. Het illegaal stropen en botsingen met snelle motorboten zijn aan de orde van de dag.

Ten gevolge van hun lage populatieverdubbelingstijd is een verlaging van de populatie zeer schadelijk. Daarom genieten de dieren bescherming van de Amerikaanse overheid.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.