Brutalisme

Het brutalisme is een stroming binnen de architectuur die is ontstaan vanuit het modernisme. deze wordt gekenmerkt door vaak grote blokachtige structuren van ruw onafgewerkt gewapend beton of metselwerk. Door het bombastische, soms intimiderende voorkomen is het brutalisme vooral ingezet voor grote openbare gebouwen, zoals concertgebouwen, bibliotheken, rechtbanken en stadhuizen. Het is een stijl die vaak een mening uitlokt en ook sterk bekritiseerd is en zijn hoogtijperiode had van de jaren 50 tot en met de jaren 70 van de twintigste eeuw.

Stadhuis van Boston

Ontstaan

Unité d'Habitation, voorloper van het brutalisme
Het parlementsgebouw in Chandigarh

Het flatgebouw Unité d'Habitation wordt gezien als een belangrijke voorloper of basis van het brutalisme. Le Corbusier experimenteerde hier met gegoten gewapend beton maar was naar verluidt geschokt door het ruwe resultaat. Hij besloot echter om het zo te laten en door te bouwen zonder het beton af te werken. Hij noemde dit Brut (ruw) waarmee onbedoeld een nieuwe stroming ontstond, de beton brut. Hieruit is het brutalisme voortgekomen.[1] Naast Le Corbusier was Ludwig Mies van der Rohe een belangrijke brutalist van het eerste uur. Eén van de filosofieën achter het brutalisme is dat beton, vanwege haar lage productiekosten, anti-elitair is.

Begin jaren vijftig kreeg Le Corbusier de opdracht om regeringsgebouwen voor de nieuwe stad Chandigarh te ontwerpen waarin hij het brutalisme heeft toegepast.

Kenmerken

Brutalistische bouwwerken zijn vaak opgetrokken uit onafgewerkt gewapend beton waarbij de textuur van de houten bekisting zichtbaar is gelaten. Ook wordt veel onbewerkt metselwerk gebruikt. Kenmerkend voor de stijl zijn blokachtige, geometrische en herhalende vormen. Andere materialen zijn glas, staal en uitgehouwen steen. Brutalistische gebouwen stralen vaak uit dat ze een natuurkracht van zichzelf zijn en haar bewoners tolereren.

In Nederland en België

In Nederland zijn de bekendste voorbeelden van brutalisme het gebouw van het Ministerie van Financiën in Den Haag (ontworpen door Jo Vegter en Mart Bolten en gebouwd in 1975, sindsdien ingrijpend gerenoveerd), de Aula van de TU Delft in Delft (ontworpen door Van den Broek en Bakema en gebouwd tussen 1958 en 1966) en het stadhuis van Terneuzen.

In België werd het brutalisme onder meer in de praktijk gebracht in de Silvertoptorens, en door het architectenbureau BARO en architect Paul De Meyer.

Kritiek

Brutalisme wordt vaak bekritiseerd omdat het slecht zou aansluiten bij gebouwen in de omgeving en de omgeving domineren. Ook heeft het de associatie met totalitarisme vanwege het vaak intimiderende en onpersoonlijke uiterlijk. Omdat vooral onafgewerkt beton wordt gebruikt is ontstaat er makkelijk betonrot of komen er plekken met schimmels en mossen waardoor het gebouw lijkt te verloederen. Een uitgesproken tegenstander is de Engelse prins Charles.

Lijst van bekende brutalistische gebouwen

Het wooncomplex Barbican Estate in Londen
Zie de categorie Brutalistische architectuur van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.