Braam (cultuurbraam)

De cultuurbraam, die geteeld wordt voor de vruchten, is ontstaan uit kruisingen tussen verschillende braamsoorten, waardoor er geen soortnaam aan gegeven kan worden. Meestal worden de rassen van de cultuurbraam daarom in Rubus sectie Moriferi gerangschikt.

Rijpende vruchten van Thornfree
Rijpe vruchten
Aangebonden stengels van Thornfree in het voorjaar
Kleine aardhommel op braam Thornfree
Gestekelde stengel van Himalaya

Naast verse consumptie worden bramen ook diepgevroren of verwerkt tot sap, tot bramen op lichte siroop en tot jam. De verse bramen zijn maar enkele dagen houdbaar.

Rassen

Voor de teelt van bramen worden alleen nog stekelloze rassen gebruikt. De rassen worden vegetatief vermeerderd.

Enkele rassen zijn:

  • Chester Thornless gekweekt door John W. Hull van het United States Department of Agriculture in Illinois en in 1985 geïntroduceerd. Het ras is ontstaan uit een kruising met Thornfree. Dit ras rijpt van eind augustus tot half oktober.
  • Hull Thornless door John W. Hull van het United States Department of Agriculture en in 1981 geïntroduceerd. Het ras is ontstaan uit een kruising met Thornfree. Dit ras rijpt van half juli tot half september. Dit ras is niet geheel winterhard.
  • Loch Ness gekweekt door het Scottish Crop Research Institute in Scotland en in 1991 geïntroduceerd. Dit ras rijpt van half juli tot half september.
  • Navaho door John W. Hull van het United States Department of Agriculture en in 1989 geïntroduceerd. Dit ras rijpt van half augustus tot half oktober.
  • Thornfree gekweekt door het United States Department of Agriculture in Maryland en in 1966 geïntroduceerd. Dit ras rijpt van half augustus tot begin oktober.

Een oud en vroeger veel geteeld gestekeld ras is Himalaya.

Bestuiving

Bramen worden bestoven door bijen en hommels.

Ziekten

Belangrijke schimmelziekten zijn bruine stengelvlekkenziekte (Septocyta ruborum syn. Rhabdospora ruborum), blad- en stengelziekte (Septoria rubi), stengelsterfte (Leptosphaeria coniothyrium), roest (Phragmidium violaceum) en grauwe schimmel (Botrytis fuckeliana).

Belangrijke plagen zijn de bramengalmijt (Acalitus essigi), die de rode-vruchtziekte veroorzaakt, spintmijten zoals bonenspintmijt (Tetranychus urticae) en kruisbessenmijt (Bryobia ribis) en wantsen zoals de appelwants (Lygocoris pabulinus).

Teelt in Nederland

De beroepsmatige teelt van bramen in Nederland bedraagt ongeveer 20 ha met een aanvoer van ongeveer 160.000 kg.

Teelt van bramen in Nederland:

Jaar hectare
199725
200021
200120
200221
200320
200419
200520
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.