Boerenovertrek

Een boerenovertrek is een Noord-Brabantse variant van een boerenverhuizing en is uitgegroeid tot een folkloristische traditie. Het fenomeen komt voornamelijk voor in de Noord-Brabantse Kempen, en kan worden toegepast op het moment dat een stel gaat samenwonen of verhuizen.

Een stoet van boerenkarren tijdens een boerenverhuizing in Zuid-Limburg, die een vergelijkbaar beeld schetst van de Brabantse variant.
De moderne boerenovertrek, met een aantal huifkarren geparkeerd voor een kroeg.
Caastere Kermis, het beeld van Toon Grassens is inmiddels het symbool geworden van de boerenovertrek. Het nabij gelegen Frans Bruursplein in Casteren is een verzamelplaats geworden voor boerenovertrekken verspreidt over de Kempen.

Geschiedenis

Men sprak van een boerenovertrek zodra een stel, vaak een boer met zijn gezin, ging samenwonen of verhuizen naar een nieuwe buurtschap of woonplaats. Zowel de nieuwe als de oude buurt waren verantwoordelijk voor de verhuizing, die dan meestal per huifkar plaats vond. Aangezien burenhulp hoog in het vaandel stond, werd tussen de beide buurtschappen goed overleg gepleegd wie welke verantwoordelijk droeg bij deze folkloristische traditie. In de desbetreffende plaats was veel belangstelling voor een Boerenovertrek, bestaande uit een stoet van karren gevuld met de inboedel, huisraad en het nodige boerengerief. Vanwege deze belangstelling vertrok het gezin en hun helpende buren meestal in hun paasbest. Tijdens een overtrek was het traditie om op de route, die van de voormalige woning naar het nieuwe onderkomen liep, bij ieder café te stoppen om op kosten van de gene die verhuisd iets te drinken. Waren er op de directe route te weinig cafés, dan waren de boeren niet te beroerd om met hun stoet versierde boerenkarren een omweg te volgen, aangezien dorst lijden geen optie was.

Tijdens een overtrek werd afgesproken dat alles mee moest, en dat werd nog wel eens letterlijk genomen. Zo was het gebruikelijk om zelfs de laatste dode ratten en muizen nog aan de wagens te binden. In sommige plaatsen werd een rijkelijk versierde kroon aan de huif van een hoogwagen opgehangen door bewoner van de nieuwe buurt, als symbool dat ze welkom waren in de wijk. Zodra iemand, meestal bewoners van de oude buurt, deze kroon wist te roven dan werd die gene getrakteerd op een vat bier om zo de kroon terug te krijgen.

Moderne boerenovertrek

Menig deel van deze traditie is bewaard gebleven en wordt voornamelijk nog in de Brabantse Kempen gevierd. Ook in de rest van Brabant wordt de traditie langzamerhand weer nieuw leven in geblazen. De boerenovertrek van nu is ten opzichte van vroeger wel gewijzigd. Het is gebruikelijk om een stel dat pas samenwoont te verrassen met hun boerenovertrek. Zo wordt er als van ouds een huifkar geregeld, die voortgetrokken wordt door een landbouwvoertuig. Ook is het gebruikelijk dat de huifkar wordt versierd met meerdere spandoeken, die voorzien zijn van een leus, en sporadisch met een nep rat of muis.

In plaats van inboedel te vervoeren wordt de huifkar volgeladen met alcoholische dranken, om de vrienden en familie hiervan te voorzien. De organisatoren bepalen in welk tenue het stel de dag moet doorbrengen, terwijl de rest van de aanwezigen zich verkleed in een boerenkiel met een rode zakdoek om de nek, klompen aan de voeten en een boerenpet op het hoofd. In sommige gevallen worden door de organisatoren spelletje bedacht die door het stel of door alle aanwezige dient te worden uitgevoerd. Traditiegetrouw begint de route bij het ouderlijk huis of oude woning, om vervolgens meerdere malen te stoppen bij de op de route liggende kroegen en cafés, met als eindbestemming de nieuwe woning. Ook komt het regelmatig voor dat er een geïmproviseerde route wordt gepland.

Trivia

  • De boerenovertrek werd als inspiratie gebruikt voor de Brabantsedag, en was tevens het thema voor de eerste editie van het evenement in 1958.

Bronvermelding

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.