Blanketwet

De Blanketwet van 1818 was een Nederlandse wet, die straf stelde op overtreding van wettelijke regelingen van enkele 'lagere' wetgevers, niet zijnde de wetgever in formele zin. De Blanketwet is berucht omdat zij ook straf stelde op overtreding van door de Koning zelfstandig, dus zonder medewerking van het parlement vastgestelde regelingen. De naam Blanketwet is afkomstig van de term blanket; een in blanco getekend document. De Blanketwet gaf de lagere wetgever als het ware carte blanche.

De Koning (vanaf 1840 in samenwerking met een of meer ministers) stelde tot 1879 met enige regelmaat regelingen vast waarin verplichtingen aan burgers werden opgelegd, hoewel de Grondwet hem geen wetgevende, doch slechts uitvoerende bevoegdheid toekende. De overtreding van deze zogenaamde 'algemene maatregelen van bestuur' (A.M.v.B.) was strafbaar gesteld in de Blanketwet. De wetgever werkte zo mee aan de praktijk van zelfstandige regelstelling door de Koning/Regering.

In 1879 sprak de Hoge Raad echter in zijn arrest Meerenberg uit, dat aan de Koning op grond van het grondwettelijk stelsel géén algemene bevoegdheid tot zelfstandige regelstelling toekwam. Daardoor was vanaf dat moment de praktijk van zelfstandige regelgeving door de regering bij algemene maatregel van bestuur niet meer toelaatbaar.

In 1887 werd aan de regering alsnog in de Nederlandse Grondwet de bevoegdheid toegekend om zelfstandige Algemene Maatregelen van Bestuur vast te stellen, mits krachtens een wet, of als strafbaarheid niet van toepassing is: Voorschriften, door straffen te handhaven, worden daarin alleen gegeven krachtens de wet. De wet bepaalt de op te leggen straffen. (artikel 89 van de Grondwet).

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.