Bjarni Benediktsson (1970)

Bjarni is jurist en was advocaat voordat hij bij de verkiezingen van 2003 verkozen werd in het Alding (het IJslandse parlement). In 2009 werd hij partijleider van de conservatieve Onafhankelijkheidspartij die de grootste partij werd bij de parlementsverkiezingen in 2013 en in 2016. Van 2013 tot 2017 was hij minister van Financiën en Economie. Op 11 januari 2017 legde hij de eed af als premier van IJsland, als opvolger van Sigurður Ingi Jóhannsson. Op 15 september van datzelfde jaar werd zijn regering demissionair door het opstappen van Björt framtíð (Heldere Toekomst), een van de drie coalitiepartijen, nadat de regering geen openheid had gegeven over een beoordelingsfout van Bjarni's vader Benedikt Sveinsson.[1] Bjarni was hierdoor gedwongen nieuwe verkiezingen voor de parlement uit te schrijven voor 28 oktober 2017.[2] Hierbij bleef de Onafhankelijkheidspartij, met Bjarni als lijsttrekker, de grootste partij met 16 zetels, vijf minder dan in 2016. Heldere Toekomst, de partij die zijn regering ten val bracht, heeft geen zetels meer. De Onafhankelijkheidspartij trad op 30 november 2017 in een coalitie met Links-Groen en de Progressieve Partij, met Katrín Jakobsdóttir (van Links-Groen) als premier en Bjarni Benediktsson als minister van Financiën.

Bjarni komt uit een familie van politici. Zijn overgrootvader Benedikt Sveinsson (1877-1954) was de voorzitter van de onafhankelijkheidsbeweging in IJsland en lid van het parlement van 1908 tot 1931. Zijn naamgenoot en oudoom Bjarni Benediktsson (1908-1970) was premier van IJsland van 1963 tot zijn dood, ook voor de Onafhankelijkheidspartij. Zijn vader Benedikt Sveinsson (1938) is ondernemer en investeerder.