Billy Vaughn

In 1952 vervoegde Vaughn zich aan de universiteit van Bowling Green bij het zangtrio The Hilltoppers als pianist en zanger. Hun eerste zelfgeschreven single, Trying, werd direct een charthit en over jaren konden ze de ene na de andere top 20-hit toevoegen aan hun repertoire. Hun grootste succes was de miljoenenseller P.S. I Love You, een remake van een hit uit de jaren 30.

In 1954 wisselde Vaughn als muzikale directeur naar Dot Records Met een eigen orkest begeleidde hij The Fontane Sisters bij hun nummer 1-hit Hearts of Stone. Nog in hetzelfde jaar scoorde hij met zijn orkestversie van de Melody of Love een eigen miljoenenseller met een 2e plaats in de US-charts. Ook in de daaropvolgende jaren was hij zowel zelf als ook als begeleider van andere sterren buitengewoon succesvol. In 1957 had hij alleen al met Pat Boone vier miljoenensellers, waarvan drie nummer 1-hits. Vaughn had niet alleen het inzicht om oude klassiekers met een eigen stijl weer aan te passen, maar modificeerde vooral ook de R&B-muziek en de rock-'n-roll van de zwarte muzikanten zo, dat ze in deze vorm anders dan de originelen ook onder de blanke bevolking een groot publiek vonden.

In 1958 had hij zijn grootste en bekendste hit met zijn orkestversie van Sail Along Silv'ry Moon. Deze miljoenenseller was het begin van zijn internationale doorbraak in vooral Duitsland en Japan. Tijdens dit jaar had hij met dit lied en met La Paloma twee nummer 1-hits op rij en met Blue Hawaii, Morgen en Wheels had hij verdere superhits in Duitsland, die allen werden onderscheiden met goud. Met zijn vijf onderscheidingen werd hij alleen door Freddy Quinn overtroffen.

Tot in de vroege jaren 60 was hij steeds weer in de charts vertegenwoordigd, daarna werd hij net als andere orkesten, meer en meer verdrongen door de beatgolf. Mede hierdoor trok hij zich geleidelijk terug uit de muziekbusiness. Desondanks blijft hij sowieso een van de succesvolste orkestleiders. Van 1958 tot 1970 was hij met 36 albums vertegenwoordigd in de US-charts.

Billy Vaughn overleed in 1991 op 72-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. Hij werd bijgezet op het Oak Hill Memorial Park in Escondido (San Diego County). Zijn in 2009 overleden echtgenote Marion werd bij hem in zijn graf te ruste gelegd.